ARTIS IN DE ZON, THE PLACE TO BE!
De place to be in Amsterdam, wanneer de zon de koude aarde opwarmt tot krokus-bloei-temperatuur, en het bovendien de eerste dag van de voorjaarsvakantie is, dan is dat ARTIS!.
Ik ben mijn lange leven al fan, maar zeker geen trouwe bezoeker. Hoewel ik een lang verleden met deze heerlijke dierentuin koester. In 1954 kwam ik hier om de hoek wonen. Nou ja wonen…toen was er ook woningnood. Ik ga nu naar Artis!
Artis. In 1954 woonde ik hier om de hoek in de Plantage Doklaan, in een achterkamer, die door twee schuifdeuren werd afgesloten van de voorkamer. Daarin woonde een echtpaar waarvan de man op een avond zijn bed werd uitgezet door zijn vrouw. Wij luisterden ademloos naar de duidelijk te volgen conversatie, die ging over het wel of niet weer toegang krijgen tot het echtelijk bed. De man verloor, nam morrend genoegen met de vloer. Eén kamer, en een nog lege wieg, dat was onze wereld. Af en toe hoorden we in Artis om de hoek de leeuwen brullen rond voedertijd. En de zeeleeuwen, op een andere voedertijd.
We hadden buitengewoon aardige onderburen, die af en toe tegen het raam tikten met verse gehaktballen! Mijn man studeerde, ik zat op de Toneelschool. Ik had een beurs. We aten wel eens asperges, die eigenlijk te duur waren. Dus deden we deur op slot, we wilden niet overvallen worden door mensen die zagen dat wij te duur aten.
En we hadden een jaarkaart voor Artis! Die hadden we cadeau gekregen van een schoonmoeder.
In die jaren werd de toegangslaan bevolkt door papegaaien, die op stokjes tussen de bomen hingen en vrolijk kakelend de bezoekers begroetten. Nadat ik in de toenmalige Dijsselhof kraamkliniek bevallen was van een prachtige zoon, ging ik met hem bijna dagelijks wandelen in de ook toen al magnifieke tuin, Zijn eerste stappen heeft hij daar ook gezet.
Op een dag vertrokken wij opgelucht (eindelijk groter wonen) naar een lekkende zolder op het Rapenburg, boven de marmerhandel van de Firma Wegenwijs. Dat waren twee kamers en een echte keuken, een geweldige vooruitgang. Maar we misten wel het voederen der wilde dieren in Artis…
Nu ben ik oud, en loop hier in die tuin, waar een groot stuk grond is toegevoegd, Dat is nu de ruimte voor de grote dieren, de olifanten, de zebra’s, de giraffen. De tuin loopt nu helemaal door tot aan de gracht, en er staan heerlijke grote banken waar wij in die heerlijk zon gingen zitten. Verderop halen we koffie en een kroketje, ach wat is het leven goed wanneer de zon schijnt!
En ik woon nog steeds in deze stad. Ik vraag altijd aan taxichauffeurs, of ze in Amsterdam wonen. En zo ja, of ze het nog steeds naar hun zin hebben. Ja, ze hebben het nog steeds naar hun zin, of ze nu in oost of west wonen…ja…ze willen hier niet weg. Nou, ik ook niet!
de correlatie tussen knikkende hoofden en de norm
je zit in het café met bier. over het algemeen ben je gelukkig, iemand werpt een
vraag in je schoot: wanneer wist je eigenlijk dat je ook op vrouwen viel?
(ja, wanneer weten we dat? en hoe weten we dat? want dit voorzichtige voelen is
niet genoeg, voor dit gesprek met bier, voor dit café, voor deze wereld, voor deze
dronken gezichten moet je het ook weten.)
a. misschien was het donderdag. de vuilniskar schoof langzaam door de straat,
je dronk oploskoffie in de tuin, er zat een merel in de magnolia en toen wist je
het.
b. misschien was het zondag. je wilde geen jurkje aan. je wilde in het bos
spelen. je wilde tegen bomen praten onder een helderblauwe lucht en toen wist
je het.
c. misschien was het maandag, had je seks met een man terwijl je over seks met
een vrouw fantaseerde, of omgekeerd, misschien had je seks met beiden op
hetzelfde moment in een kamer in een vreemde stad en was het zo lekker en
toen wist je het.
d. misschien was het vrijdag en toen wist je het.
je probeert te begrijpen waarom anderen soms knikken en soms niet. je begrijpt
dat de aanvaarding van een norm vaak tussen knikkende en niet-knikkende
hoofden ontstaat.
je wil zeggen: ik word verliefd op de ziel.
je wil zeggen: de ziel, de ziel, de ziel.
en toen wist je het.
Lies Gallez (1990)
uit: honger, heteronormativiteit & het heelal (2023)