KLUIVEN
Ik wist dat ze er nog waren. Eens…tamelijk lang geleden…had ik ze in de diepvriesla gestopt. En vergeten. Er liggen wel meer vergeten objecten in de diepvriesla, ook allemaal vergeten zoals halve gesneden broden, een halfleeg pak diepvries boerenkool… Mijn oma noemde dit soort achtergebleven gebieden in de diepvriesla : “de figuranten”. Maar dit diepvriesproject bewoog zich af en toe heel levendig in mijn onderbewustzijn. Ik wist dat er nog iets lekkers in verstijfde vorm op mij wachtte.
Wachtte op het ogenblik, dat ik hongerig opzoek was naar iets lekkers. Diepgevroren lekkers van het ongemakkelijke soort.
Want eenvoudig ontdooien was niet genoeg. Om het echt lekker te laten zijn, moest er toch gebraden en gesudderd worden. Je kon er niet zo maar je tanden inzetten. En nu waren de lust en de trek toch zo hoog opgelopen, dat ik al een beetje vochtige bek kreeg van de gedachte aan de braadlucht die het diepgevrorene zou opleveren, wanneer ik de tijd en het geduld zou opbrengen om het –rustig – te laten ontdooien. Ik zou ook eindelijk weer eens een schort moeten voordoen tegen het spetten, wat het bereiden ongetwijfeld zou opleveren. Zo kostte het in de geest voorbereiden voor het eigenlijke werk al veel energie, maar nu ik de eerste stap in dit proces had gezet, moest ik ook dóórzetten. “Ajo lekas, trima kassi bajak!”, sprak ik mijn Maleise talenknobbel aan! “Vooruit met de geit!”, vervolgde ik mijn aanmoedigingen in mijn moers taal. Ik knoopte dus mijn oude schort voor, greep de braadpan, schonk daar wat biologisch verantwoorde olie in, wachtte nog even om het diepgevroren project in de pan te leggen….De zes kippendijen waren nog wel erg diepgevroren. Moest ik ze niet eerst ontdooien?
Ik dacht na. “Welnee” sprak ik mezelf toe, “Ze ontdooien vanzelf wel in die hete olie”
Zo lagen ze daar in de pan. Ik gooide er nog twee gesnipperde knoflookteentjes bovenop, draaide het vuur even inductie-hoog, draaide het vervolgens op ”sudder” en trok mij terug met de memoires van Theo Sontrop zaliger. Ik zet nooit wekkers, ik ga af en toe wel kijken en/of prikken om te zien of iets gaar is….. Ik ben een absoluut intuïtief kooktalent….ik kook op inspiratie. Ik hoor de lezer mompelen: ”Wat ligt er nou toch in die pan?”
Zes malse kippendijen. Ze pruttelden tevreden, niet te hard. Ik keerde terug naar Theo Sontrop’s memoires. Ik gaf mezelf nog een kwartiertje. Mijn mond werd steeds vochtiger… Ik zette vast een bordje klaar, dekte een beetje de tafel en zette de grote keukenrol klaar naast het bord. En nu! De deksel van de pan…de lichtbruine dijen gleden op mijn bord. Ze roken verrukkelijk. Ik sproeide er flink veel Maggi op, ik liet de pepermolen knarsen……Jaaaa! Heerlijk. Gelukt. Ik heb ze alle zes soldaat gemaakt. Wellustig kluivend….de botten afgelikt….tot ik totaal verzadigd een glaasje water dronk…Mijn handen waste…mijn vette bek afwiste met de keukenrol…de boel opruimde…de afgekloven botten in de afvalbak….mijn tanden poetste en tevreden knorrend mijn bed in dook….
hamsteren nr 19
er is geen zout meer er is geen suiker meer er zijn geen
lucifers meer iedereen zorgde voor zichzelf zelfs de liefde
werd opgekocht aan een weggeef prijs stond op het bordje
in de winkel nu ligt ze beschaamd met bloswangen in de
kast achter gesloten deuren twee lieve katten bewaken
haar niemand kan er nog aan het is trouwens onnodig en
ongehoord wanhoop is nog voorradig droefheid staat op
stapels en aantrekkelijk wees gerust de klanten zullen
daar niet veronachtzaamd aan voorbijlopen ze zullen zelfs
geluk met pakken in hun boodschaptassen stoppen de
winter zal hard zijn met schaarste en gebrek zoals in die
goeie oude tijden toen er met kerstmis geen geschenken
waren en de koning in zijn bed kroop van de kou en op
beide oren insliep verdriet werd onlangs nog gevonden nu
werd de bevoorrading stopgezet omdat toch niemand
luistert woede om verlies ging als een broodje van de
hand en de prijs van het afscheid werd verdubbeld niet
gehalveerd zoals verwacht wat dacht je handig hamsteren
is ook een hoedanigheid in deze zure tijd halsoverkop
hamsteren is uiteraard gekkenwerk en waanzinnig
Frank de Crits (1942)