GELUKKIG NIEUWJAAR!
Deze eerste column in dit spiksplinternieuwe jaar wil ik al mijn nu al reeds trouwe, en ook alle nieuwe en toekomstige lezers een dolgelukkig nieuwjaar wensen. Blijf werken aan je toekomstdromen, hoe moeilijk en ingewikkeld de tijden ook zijn. Geeft niet op. Nooit! Timmer gewoon verder aan uw droom. Terwijl ik deze column schrijf speelt de Wiener Philharmoniker vrolijk verder aan dat klassieke Nieuwjaarsconcert, dat zo lang ik mij herinner de eerste dag van het nieuwe jaar inkleurt met vooral de muziek van de familie Strauss. Op die muziek leerde mijn omaatje van moeders kant mij de polka, de Washington Post en de Weense wals. Wanneer haar drie broers groot werden en een meisje vroegen met hen naar een bal te gaan, dan werd mijn grootmoeder gevraagd hen te chaperonneren! Zij had daardoor een balboekje, wat vaak dubbel werd gevuld met de namen van dansgrage jonge mannen. Mijn oma had een zakelijke inslag als dochter van een kleermaker. Voor die begeleiding van haar broers vroeg zij wel een beloning. Zoals bijvoorbeeld een paar nieuwe glacé handschoenen!!! Ja, mijn omaatje was een mooi jong meisje, nooit tekort aan aanbidders, al was het maar voor één walsje. Of polka!
Terug naar het “nu”. Ik wil graag vertellen over de twee waanzinnig mooie voorstellingen, die ik mocht zien. Geen betere plek in die kletsnatte regendagen, dan in de warme roodpluche stoelen van een theater. Zo nam ik mijn grote familie mee naar de voorstelling van de heerlijke Alex Klaasen’s “Showponies”, voor de wintermaanden omgedoopt in “Snowponies”. Mijn lever heeft geweldig geschud van het lachen, en met mij de volle zaal. Klaasen met zijn prachtige volumineuze stem en zijn scherpe observaties van het menselijk gedrag omgezet in oerkomische theatrale ogenblikken, terwijl hij in al dat hilarisch geweld ook het gevoel nooit schuwt. Hij wordt bijgestaan door een zeer getalenteerd en bovenal strak getraind ensemble. Intens voldaan gaat het publiek naar huis.
De tweede heerlijke theaterervaring vonden wij bij actrice Olga Zuiderhoek. In de kleine theaterzaal boven in het Muziekgebouw aan het IJ gaf Olga een voorstelling als een eminente roadshow van haar leven, dat zij voor een groot deel samen doorbracht met echtgenoot Willem Breuker. Prachtig laconiek verhaalt zij over haar jeugd in Assen, met een moeder en zuster, die zich voortdurend in een deux chevaux naar het artistiek rijke westen van ons land begaven, waar Olga uiteindelijk ook haar artistieke opvoeding kon vervolmaken. En na al die, ook gelauwerde ervaringen op theatraal gebied, trakteert zij ons op een prachtige voorstelling, met de veelbelovende titel “Maar wat er ook gebeurt er klinkt muziek.” Die muziek komt letterlijk uit alle hoeken en gaten van het muzikaal spectrum, uitgevoerd door een ongelofelijk prachtige pianist, Gerard Bouhuis, die door zijn spel ook werkelijk iets toevoegt aan Olga’s kleurrijke biografische verslag van haar lange leven, dat voor een groot deel zich toch ook in Willem Breukers “toonsoort” afspeelde en waarin zijn vrouw zich buitengewoon thuis voelde. Hilarisch is het slot van de voorstelling, dat ik niet ga verklappen. Maar het is het hilarisch moment waarop één keertje maar Olga’s eigen smaak prevaleert boven de muzikale herrie die haar echtgenoot teweeg wist te brengen!
Dit was ook weer een middag “not to be missed!”Gelukkig is het tot het publiek doorgedrongen, dat dit volgend seizoen doór moet gaan. Want behalve deze heerlijke voorstelling is het ook een vorm van theater, die ook in de literatuur naam heeft gekregen.
De Franse schrijfster Annie Ernaux kreeg voor haar boek “De Jaren” de Nobelprijs voor literatuur. De New York Times …: ´Ernaux heeft met “De Jaren” op zoek naar de verloren tijd ”van ons tijdperk van mediadominantie en consumentisme een monumentale bijdrage aan de twintigste eeuwse geschiedenis geschreven zoals weerspiegeld in het leven van één vrouw”. Dit heeft Olga Zuiderhoek in haar eigen taal en in haar eigen muzikale toonsoort ook gedaan!
www.maarwatererookgebeurterklinktmuziek.nl
Guido Gezelle (1830-1899)
Een deugdelijk jaar.
Ik wensche u een jaar,
dat zachte als zijde is;
ik wensche u een jaar,
dat blank en blijde is;
ik wensche u een jaar,
dat ver van krank is,
een deugdelijk jaar
zoo breed als ‘t lang is;
ik wensche u een jaar,
dat, als ‘t voorbij is,
een zalig jaar
voor u en mij is;
ik wensche u een jaar,
zoo Gods gebod is,
dat in en dat uit
geheel voor God is.