Column 15 juni 2022


Redactie AD
Titel: lezen is het lekkerste wat er is.

“Kom je vanavond eten?”    Mijn schoondochter belt en ik zeg nooit “nee”, want ze kookt heel lekker. Mijn zoon kookt ook heel lekker, sinds een vakantie in Italië is de mediterrane keuken bij hen populair. Handenwrijvend meld ik mij en kijk ik toe, hoe de knoflook wordt kleingesneden, de spaghetti wordt gekookt, de tafel wordt gedekt. Ik kijk in de heerlijk ruim verbouwde kamer, en zie hoe alles weer een mooie ruime plek heeft gekregen. Maar…..ik mis iets….”Waar is de boekenkast?”, vraag ik nieuwsgierig. “De boekenkast? Die hebben we boven gezet. We lezen niet meer”.

Ik ben beteuterd. Niet meer lezen? Hoezo?. Ik ben zelf een leesbeest, kan niet zonder boek onder handen te hebben, zonder de kranten te spellen, en zonder in de boekwinkel te snorren naar het laatste opmerkelijke boek, dat ik gelezen moet hebben. Mijn cadeautjes aan de kinderen, kleinkinderen, goeie vrienden bestaan voornamelijk uit boeken. “Je mag het ruilen!”, roep ik bij de overhandiging van het present, dat ik meestal zelf al wild enthousiast las. En al die jaren van al die lezingen, die ik door het hele land gaf, en mijn leesbevorderende pleidooien voor het genieten van boeken en gedichten….En nu gaat hier de goed gevulde boekenkast naar boven?

Ik denk aan de gesprekken in bibliotheken die ik met het publiek voerde….Een mevrouw ergens diep in Brabant, tijdens de lessen van het Tweede Kans onderwijs, die een getuigenis aflegde:. “Marjan, vroeger had ik nooit tijd om te lezen. Ik begreep niks van mensen, waar ik werkte, en waar boekenkasten vol stonden. Maar toen ik op de Moedermavo in contact kwam met schrijvers van allerlei boeken, ben ik ook gaan lezen. En nu kan ik het niet meer láten. Nu heb ik geen tijd meer om te poetsen!”

Maar ook herinnerde ik mij een van mijn kleinzoons, die op mijn vraag wat hij voor zijn verjaardag wilde hebben, smekend antwoordde: “Oma, hoef ik alsjeblieft geen boek?”. En daar dacht ik bij aan de lessen voor Nieuwe Nederlanders. De analfabete grootvader, die zo graag zijn kleinkinderen wilde voorlezen. Hoe hij grote inspanningen leverde om onze taal onder de knie te krijgen. Hoe hij ingespannen een dictee maakte, waarbij hij probeerde op te schrijven wat hij had gegeten. Het woord “tomaat” baarde hem grote zorgen. Ik hielp hem om de letter “a” op de goeie plek te krijgen. En hoe trots hij was, wanneer het hem lukte. Hoe mensen gelukkig werden, als ze een gebruiksaanwijzing van iets konden lezen. Hoe ze zich door te lezen toegang tot de wereld verschaften. Ik kreeg de opdracht een Kindermusical voor de Kinderboekenweek te schrijven, hetgeen ik graag deed. De titel luidde “Lezen is het lekkerste wat er is!”

Maar ik denk wel zorgelijk na over de hele volksstammen die het daar absoluut niet mee eens zijn…