Redactie AD
Titel: Een honderdjarige op vakantie met een caravan achter de auto.
Ik ben nogal eens afhankelijk van de taxi. En taxichauffeurs zijn grote verhalenvertellers. Er zijn natuurlijk ook enorme zwijgende chauffeurs, die nauwelijks een groet of de prijs van de rit kwijt willen. Maar de categorie verhalenvertellers is groot. Ervaringsdeskundigen op velerlei gebied, goedgemutst, en altijd onder het vertellen de scherpe blik op de weg gericht, nooit achteromkijkend naar de nieuwsgierige vrouw op de achterbank. Die zich voortdurend voorover buigt om geen woord te missen van de kleurrijke verhalen die daar worden verteld. Een van de laatste sterke verhalen kwam van een chauffeur, die vertelde over zijn vader, honderdvier jaar oud, die zijn rijbewijs nooit had ingeleverd en nog steeds met de camper achter zijn auto met vrouw en hond op vakantie ging. Een kleurrijk verhaal
Maar de mooiste geschiedenis hoorde ik van een chauffeur, die leed onder liefdesverdriet. “Weet u mevrouw…ik ben…ik bedoel: ik was gelukkig getrouwd. Maar ik ben stout geweest….en nu mag ik niet meer thuis komen. Mijn vrouw wil me niet meer. U moest eens weten, wat ik allemaal heb geprobeerd om weer binnen te komen…Ik heb al een paar keer met grote bossen rode rozen op de stoep gestaan…maar ze laat me niet binnen…”
Hoewel je mij gerust een ervarings deskundige mag noemen wat betreft alle soorten liefdesperikelen, had ik toch nog nooit een man zo schattig en beschaamd zijn overspel horen verwoorden! “Wat moet ik nou toch doen mevrouw! Hoe kan ik haar weer terugkrijgen? Ik wil haar niet kwijt.” Ik kreeg met de man te doen. ´Je moet maar blijven vol houden”, begon ik dapper mijn goeie raadgevingen te ventileren. “probeer het nog eens met een ander soort bloemen…”Ik hoorde mijzelf onnozele dingen zeggen. Aan mij had de man niks. Hij had zijn billen gebrand en nou zat hij op de blaren…Op dat ogenblik begon de telefoon in de auto te rinkelen. Hij nam op. ´´Hallo kees”…Het was een kind…‘papa…’. Ik kon helaas niet verstaan wat het kind tegen zijn vader zei. .De chauffeur luisterde aandachtig…”Goed jongen, goed. Ga nou maar naar bed. Lekker slapen. Zeg maar, dat ik kom…” Hij hing op.
Stinknieuwsgierig hing ik met mijn hoofd bijna op de voorbank. Plotseling toeterde hij, drukte vrolijk drie keer op de claxon. ‘Mevrouw! Weet u wat mijn zoontje zei? Mama vraagt of ik morgenochtend een kopje koffie kom drinken!” Hij drukte nog een keer op de claxon.
Ik heb nog nooit iemand zo opgelucht en vrolijk horen toeteren.