Redactie AD
Titel: de wederopstanding van de klucht.
In de bomvolle foyer van het DelaMarTheater aan de Marnixstraat in Amsterdam klinkt het vrolijk geroezemoes van een publiek, dat zich bij voorbaat verkneukeld over wat ze zo meteen gaan zien: de klucht met John van Eerd :”Harrie neemt de benen”.
Na de afschuwelijke periode van twee jaar, waarin ook het theaterleven stagneerde, zeg maar gesmoord werd door stilstand, is daar vanavond de voorstelling van “Harrie neemt de benen”te zien, en de mensen weten de plek te vinden waar dit stuk zich vanavond en morgen afspeelt: het magnifieke DelaMartheater dat met twee zalen de kop van de Marnixstraat in Amsterdam domineert. Het leek mij een goed idee, om twee van mijn kleindochters (dertien en vijftienjaar) iets te laten zien van het soort spel, waar mee hun oma enige jaren van haar leven haar broodje heeft verdiend bij het Theater van de Lach van John Lanting, die ook jaren lang het genre van de Klucht in ons land hoog heeft gehouden. Hun jonge levens zijn op dit ogenblik vooral gevuld met eindeloos veel huiswerk met als vitaal vertier het edele hockyspel. Van zo iets als een “klucht” wisten ze helemaal niks, hier begon mijn aandeel in hun theatrale ontwikkeling door ze mee te nemen naar de verukkelijke voorsteling van “De Rocky Horroshow”, waarmee ik ze definitief won voor het genre.
Ik had met enig digitaal geweld vijf mooie plaatsen weten te bemachtigen op de negende rij. Achter ons had een mevrouw al bij voorbaat de slappe lach die zeer aanstekelijk werkte op mijn kleindochters, de stemming was nu al niet meer kapot te krijgen. En daar stak het schip van wal, om de toch hunkerende zaal zijn pret te schenken. Laat dat maar aan Jon van Eerd over. Ik keek terloops naar de gespannen koppies van mijn kleindochters. Het viel goed tot mijn tevredenheid. De mevrouw die achter ons zat, hield onverminderd haar lachkracht op temperatuur, en het publiek ging daarin in gezamenlijkheid mee!
Na de pauze wed het vuurtje nog eens flink opgestookt. De meesterlijke crosstalk voor het doek, de verbijsterende poging van Jon van Eerd in de act waarin hij in een ontzettend rare jurk probeerde het paaldansen onder de knie te krijgen, de onverstoorbare Arie Cupé die in een jaloersmakende jurk zijn werk deed….de mevrouw achter ons was nog steeds op windkracht acht bezig ons te laten delen in haar pret…..
Commentaar van mijn dertienjarige kleindochter: “Oma. Ik begon op een ogenblik te klappen. En toen begon iedereen mee te klappen!” Ik legde haar uit, dat vroeger mensen werden betaald om in een voorstelling het applaus op gang te brengen. Die mensen heetten “de claque”. Ik legde mijn kleindochters uit, dat de klucht van de Romeinen komt, een oude manier om theater te maken. Plautus was de oervader van de klucht, een volkskunst die nu door Jon van Eerd weer fris leven wordt ingeblazen. En dat er behoefte aan is, dat laat zo,n volle zaal duidelijk zien en horen. De lach blaast de ellende van de coronaperiode weg!