Redactie AD
Titel: lekkernij
Af en toe drijft er in de grote vijver van nieuwe boeken een lekkernij, een niet te missen boek, met een opmerkelijke nieuwsgierig makende titel:: “Lief Museum”. Dit boek bevat de briefwisseling tussen Simon Carmiggelt en dichteres Ellen Warmond. Carmiggelt hoef je nog steeds niet uit te leggen, en Ellen Warmond , bij een groot publiek misschien minder bekend, was een aantal malen gelauwerd met drie grote prijzen: de Reina Prinsen, Geerligsprijs, de Jan Campertprijs en in 1987 de Anna Bijns Prijs voor haar gehele werk.
Ze was van 1955 tot 1982 werkzaam in het Letterkundig Museum. En Simon Carmiggelt schreef dagelijks in het Parool. Ze schreven elkaar over allerlei onderwerpen. Hun beider moeizame omgang met sterke drank, over hun beider moeder, natuurlijk over de oorlog, Nederlandse feestliederen zoals “Hoeperdepoep zat op de stoep” en hun talent om in het verkeerde gezelschap de verkeerde opmerkingen te maken, terwijl de “Grote Spotgeest Die Het Al Bestiert” toekijkt’ : volgens Carmiggelt.
Ik ontkom al grinnikend lezend niet aan het citeren, en prijzen de gouddelvers Trudy van Wijk en Bertram Mourik om hun slimme speurzin, die dit heerlijke boek samen boven water hebben gekregen.
En natuurlijk wordt er ook flink geroddeld. Zoals ik citeer: : Georgette Hagedoorn( chansonniere en actrice , (laat in haar leven toch nog echtgenote van dichter Martinus Nijhoff) die tijdens een toespraak tegen een collega opmerkte: ..”Zo oud als je er nu uitziet, zul je wel nooit worden…”
Nog een klein citaatje.Carmiggelt, ,s nachts via het Rembrandtplein op weg naar huis: : “Ik passeerde
een middelbare particulier met een pet. Toen ik vlakbij gekomen was begonnen zijn ogen te glanzen en zei hij’ Meneer, hebt u belangstelling voor iets’leuks? Een aardig mokkeltje?…
Een nachthuisrunner.”Nee jongen, ik ga naar huis en naar bed met mijn eigen vrouw” Waarop hij, met een tolerant gebaar sprak; “Je moet er van houwen.”
Zelden heb ik een compacter dubbelzinniger zinnetje gehoord.’