Column 7 april 2021


Redactie AD
Titel: Lente.

De lente hield zich absoluut niet aan de kalender. Donder en bliksem, hagel en zelfs sneeuw bedierven de dappere blauwe lucht. Maar de magnolia trok zich nergens iets van aan, bloeide uitbundig tussen alle koudefronten door. Daardoor ervoeren de mensen toch heftige lentekriebels. Ook de gelukkig getrouwde jongeman kon zich niet onttrekken aan de heerlijke uitstraling van de jonge vrouw, die hem op kantoor voor de voeten liep. Het was een nog loslopende heerlijke jonge vrouw, nog niet gebonden aan een man of verloofde.

“Heb je zin een eindje met me te gaan rijden?”, vroeg hij haar een beetje schuchter. Zoiets had hij gedurende zijn prille huwelijk nog nooit gedaan. De jonge vrouw keek hem eens kritisch aan. Maar de lentekriebels kregen de overhand. Ach ja, waarom ook niet?

Hij hield het portier van zijn kklein rode MG voor haar open. zonder woorden gaf hij haar de veiligheidsriem aan, startte de motor. “Waar gaan we naar toe?”

“Naar Belgie. Naar een open plek in het bos”.

Natuurlijk. Als het lente is en de magnolia bloeit gaan we in België naar het bos! Vanzelfsprekend! “En wat doen we daar dan?”

“Je inspireert me. Ik wil op je blote rug een vers schrijven!”

In Belgie aangekomen op de open plek, stopte de jonge ontrouwe jonge man. De vrouw trok haar bloesje uit en ging op het spatbord van de rode MG liggen, met haar rug omhoog. Met een rode viltschrift schreef de jongeman een vierregelig vers op haar blote rug. Het was heerlijk. Het was goed. Zelf hier in Belgie rook het naar magnolia!

Nu haalde de jonge man een poetslap uit het kleine kastje voorin de MG. Hij ging de moddersporen van de rode MG vegen. “Waarom doe je dat?”, vroeg de jonge vrouw verbaasd.

“Änders moet ik die moddervegen uit het bos aan mijn jonge vrouw uitleggen! Ze is nogal jaloers”. Ze stapten weer in de rode MG. Ze reden zwijgend België uit, naar huis. De magnolia rook nu ook minder sterk…