Column 10 februari 2021


Redactie AD
Titel: Indo.

In het vrolijke winterlandschap, dat ons naast het opgewonden gemekker “wel- of -geen –elfstedentocht” zo op het eerste gezicht weinig nieuws oplevert, ben ik geraakt Er is sinds korte tijd steeds door een aantal gebeurenissen meer licht gevallen op een bevolkingsgoep, die in mijn gevoel enigzins in het halfduister leefde en worden mijn gedachten getrokken door iets heel anders .Iets wat verder gaat dan de de dikte van het ijs..

Schrijver David van Reybrouck heeft met zijn boek “Revolusi” een helder licht geworpen op een deel van onze bevolking waarover weinig bekend is. Hierin wordt uit de doeken gedaan hoe het hen in Indië vanaf de Japanse bezetting tot aan nu is vergaan.

Iets eerder schreef Marion Bloem, bij ons bekend als schrijfster van “Een Gewoon Indisch Meisje”het boek “Indo”, waarin zij op zoek is hoe het nu precies zit met haar eigen identiteit.Marion schrijft: “Nog altijd kan ik slechts bij een paar vrienden echt terecht als ik voor m,n gvoel weer eens onderdeel:was van een culturele botsing. Aan deze mannen en vrouwen waaronder gelukkig ook mijn moeder , hoef ik niet uit te leggen waarom ik de vraag “waar kom je vandaan?” niet interpreteer als onschuldige interesse, waarom ik huil bij krontjong muziek.Waarom ik soms op het punt sta om een vriendschap te verbreken omdat iemand voor de zoveelste keer bij me aanschuift aan tafel zonder een kleinigheidje mee te nemen.Dat is de reden waarom ik heel vaak “nee dank je” zeg, terwijl ik eigenlijk “ja graag” bedoel.

En toen in de show van Matthijs van Nieuwkerk drieweken geleden de waanzinnig goeie Indische rockband van Dinand Roethof speelde (muziek, die direct na de oorlog in den Haag razend populair was), was ik dolenthousiast, dacht ik: “We beleven van alle kanten een revival. eindelijk gerechtigheid!:

Op de hekgolf van deze culturele injecties kwam zojuist ook het boek van Jan Brokken uit:“De tuinen van Buitenzorg”, een tempo doeloe boek van de bovenste plank. Jan, zelf nakomertje, hoorde zijn ouders er verscheidene malen over praten, met grote tussenpozen, om niet toe te geven aan het onmogelijk verlangen naar wat voorbij is.