Redactie AD
Titel: Verhuizing.
Na 52 jaar vertrok ik uit Kalenberg. Alle kinderen en aanhang kwamen helpen, en de trouwe verhuizers, die ik al vanaf 1960 heb leren kennen, kwamen ook, RTV Oost stuurde een cameraploeg, want mijn leeftijd inspireert redacties tot het stellen van vragen over die hoge leeftijd, die ik gewillig beantwoord, ook de EO wilde wel eens horen en zien hoe ik na 52 jaar afscheid nam van vooral mijn piano….De tweede ploeg had ter verhoging van de impact van de opname ook een drone bij zich, een nieuw speeltje waar vooral cameramannen dol op zijn ( ik ben alleen bang dat ze in mijn haar zullen vliegen…maar van dit soort ongevallen is tot nu toe nog niets bekend…),
Ik had mij enige tijd voor dit verhuisgeweld emotioneel tot de tanden gewapend, door bijvoorbeeld. de dingen te lezen,die Socrates zei om niet in snikken uit te barsten toen hij was veroordeeld tot het drinken van de gifbeker en hij daardoor in staat was zijn lot dapper te doorstaan Zodat ik tijdens het loslaten van de 52jaren Kalenberg en het heerlijke huis niet steeds in snikken uitbarstte.
De hele verhuizing kreeg hierdoor een surrealistische tintje. De regisseur ging diep, terwijl mijn kinderen om mij heen sjouwden met kopjes en schotels, potten en pannen. Ik zag ook de electrische deken langstrekken En nog veel meer dingen, zoals een oude tuinkabouter….En dan de vriendschap van de Kalenbergers niet te vergeten.
Mijn volwassen kinderen en niet te vergeten de acht kleinkinderen, die hier een heerlijk jeugd hadden….alle kerstfeesten, zwempartijen, dorpsfeesten, zomer en schaats-wintervakanties stonden om mij heen in het nu totaal lege huis Ze waren heel dicht bij mij. Maar door mijn socratische voorbereiding hield ik het droog. Tot het huis helemaal leeg was, de piano de weg terug naar het Westen over de brug onder de vaardige begeleiding van verhuizer Martin en zijn vader had afgelegd, en mijn kinderen om mij heen stonden,toen hield ik het even niet meer droog.
Dat voelde buitengewoon goed. Ik voelde ook dat het goed was dat ik hier wegging. Mijn wankele gang langs het oude pad langs de vaart werd voor mijn wiebelbenen te onzeker. Stel je de winter voor. De brugwachters, die mij altijd over de brug hielpen. waren er ,s winters niet. Wanneer ik in het donker zou vallen, was er niemand om mij op te rapen. dit was precies het ogenblik om mij terug te trekken in het veilig Hofje. in de hoofdstad. Dierbaar Kalenberg, heerlijke Weerribben, tweeënvijftig jaar van mijn leven….onvergetelijk
Om nog maar eens de woorden van Jacques Bloem, jarenlang dorpsgenoot te herhalen: “
Voorbij, voorbij. O en voorgoed voorbij…