Redactie AD
Titel: raapstelenstamppot.
Voor dag en dauw sjokte ik door mijn favoriete Amsterdamse winkelstraat op een onmogelijk moment: acht uur,s ochtends. Ik had allerlei zaken van te voren besteld, zoals zeventien bossen raapstelen.
Om acht uur ben je de eerste! En je hoeft pas om negen uur parkeergeld te betalen! Voor zover je met een stok kunt rennen, rende ik. Ik was ook een beetje zenuwachtig. De Hofdames hadden hun zinnen gezet op raapstelenstamppot…om eerlijk te zijn wilde ik zelf ook weer eens die bijzondere voorjaarsgroenten proeven…kruidige steeltjes rauw gestampt in een romige smeuige puree….aaahhh!!!
Enfin… Vol bravoure had ik gezegd: ”O, dat ga ik voor jullie maken!” En nu was het dan zo ver…O jee!
“Maar tussen droom en daad…”Dat wist dichter Willem Elsschot beter dan wie ook. En hoe ouder ik word, des te vaker schieten mij toepasselijke citaten te binnen. Stap tik…stap tik… dapper renden mijn stok en ik verder.
Daar was een tegenligger. En donkere man met een wilde zwarte baard en schoenen waar zijn tenen uitstaken kwam mij tegemoet. Ik week uit conform de wens van meneer van Dissel, maar de man richtte zich direct tot mij en riep jolig! “Ouwe Heks!”.
Even stokte ik, toen schoot ik in de vetste lach sinds lang!
“Ouwe Heks!” Ik had het sterke gevoel, dat ik door de kwalificatie van deze man al mijn doelen in het leven eindelijk had gehaald. Geen valse complimenten meer, zoals: “wat zie jij er goed uit!”. Of “die stok flatteert je.!” Of ook wel:”Leuk ,dat witte haar!” Gewoon. Een Ouwe Heks!
Ik dacht terug aan de tijd, dat ik een heks mocht spelen bij de Nieuwe Comedie van Erik Vos. Ik was zwanger van mijn vierde kind, ik droeg een puntmuts boven op een enorme raffia pruik en kwam op mijn bezemsteel de coulissen uitdenderen onder het uiten van een ijselijke schaterlach. Dat jongentje heeft vanaf dat hij kon lopen net zo gemeen gelachen als die heks,die ik met hem in mijn buik heb gespeeld!
Terug naar de raapstelenstamppot: die was heerlijk! De Hofdames aten er wel drie keer van!