Redactie AD.
Titel: Ramses.
Op de hoek van de Nieuwe Keizersgracht en de Nieuwe Kerkstraat in het hart van Amsterdam staat op de muur van het Sarphatihuis (het verpleeghuis waar hij zijn laatste dagen sleet en uiteindelijk stierf) een levensgroot graffittiportret van Ramses, met daaronder de opwekkende woorden: “Ramses leeft!”. En nu, tien jaar na zijn dood, is. die tekst meer waar dan ooit. Tal van uitvoerende kunstenaars blazen zijn originele teksten nieuw leven in. Op radio en televisie, en ook in boekvorm is hij op het ogenblik weer onder ons.
Ik behoor tot de gelukkigen die hem hebben gekend, op de dag dat ik in 1954 naar de Toneelschool ging, zat hij in de derde klas. En op mijn bruiloft die wij vierden met medeleerlingen en familie in het restaurant ´le chat qui pelote” op de Zeedijk speelde hij piano en zong, en begeleidde de Javaanse Dans van onze bewegingsleermeester Raden Mas Jodjana, in de wandeling “Oom Joed” genoemd.
Ik was zwanger van mijn eerste zoon, in de jaren vijftig spraken we van “een moetje”., waardoor ik van de Toneelschool afging, om te solliciteren bij het gezelschap van Wim Kan. De auditie vond plaats in de foyer van het Leidsepleincabaret. Ramses Shaffy zou mij begeleiden. . De auditie zou plaats vinden in de foyer van het LeIdsepleincabaret. Daar zaten ze, Meneer Kan en zijn vrouw Corrie Vonk aan een tafeltje, om mij aan te horen. Ik liet mijn kinderstem zakken tot bas-bariton-laagte, terwijl ik een persiflage van eigen maaksel ten gehore bracht, terwijl Ramses huilend van het lachen over de toetsen hing.
Meneer Kan sloeg vol afschuw een hand voor zijn ogen. Toen ik met mijn voordracht klaar was, zei hij tegen Corrie Vonk: “Corrie! Hoef ik dit meisje NIET te nemen?”
Waarop Mevrouw Kan de gedenkwaardige woorden sprak: “Jawel! Ze is zielig. Ze heeft een kind!”
Zo kwam ik bij het cabaret. Ik moest voor Meneer Kan voor de vorm met mijn gewone kinderstem nog een liedje. zingen. over een “vreemde arme snuiter”., waarbij bleek dat ik ook een gewone stem had. En dank zij Ramses, Corrie Vonk en mijn pasgeboren oudste zoon, mijn kind dus, begon mijn leven op de planken!
Ik speelde nog in drie programma,’s mee, waarbij ik ontzettend veel leerde, vooral door naar Meneer Kan te kijken. Nooit een dag spijt van gehad. Want in die jaren leerde ik ook hoe je werk en kinderen moest combineren.