Redactie AD
Titel: Herenondergoed
Ik was een beetje laat voor de griepinjectie. “Toch maar even halen”, dacht ik. Waarop ik prompt het griepseizoen de volgende dag opende met een grimmige griep. Nadat ik nog juist in staat was een van mijn mantelzorgende zoons te bellen, of hij zich om mijn was wilde bekommeren, trok ik mij klappertandend en rillend van de koorts met een verse voorraad paracetamol terug in mijn warme hol.
“Maak je geen zorgen Moes. Zet de was maar klaar in de grote tas, ik haal hem wel op”.
Ik kon nog net zwaaien naar het hoofd van mijn zoon, die de wastas haalde, voor ik mij overgaf aan de hevige nies- en snuitbuien die qua vochthoeveelheden wedijverden met de plensbuien die tegen de ramen kletterden. Een volle week duurde dit griepgeweld, tot ik weer boven water kwam om rammele
nd van de trek (nooit “honger”zeggen!!) een ei te koken en een boterham te roosteren. O..en daar stond ook de tas met schone was klaar.
Na mijn trek te hebben gestild, ging ik de was opbergen. Nee…nu moest het toch niet gekker worden! Er zaten ZEVEN herenonderbroeken netjes opgevouwen onderin de tas. ZEVEN. Ik was er al aan gewend dat er regelmatig mannen- en jongensonderbroeken tussen mijn delicate slipjes zaten, maar nu liep het de spuigaten uit! Ik hield deze verstekelingen één voor één omhoog…het was duidelijk, dat hun billen volumineuzer waren dan mijn beschaafde onderkant…maar welke wasverzorger verkeerde in de veronderstelling dat ik behoefte had aan mannen- en jongensonderbroeken.Ik besloot enig empirisch onderzoek te doen en probeerde één van de mannenonderbroeken aan het eigen lijf. .Hm. Dat viel tegen. Hoe ik ook trok, ik kreeg het ding niet verder dan heuphoogte….
Mijn mobieltje ratelt. Mijn kleinzoon: “Hallo oma Moes. Zeg, heeft pap misschien mijn onderbroeken in jouw wastas gestopt? Ik heb alleen maar van die enorme witte vlaggen van jou in de kast liggen! Daarin kan ik mij in de sportschool niet vertonen!”
Mijn delicate slipjes!
Witte vlaggen!!