Redactie AD
Titel: TRILLEND RIET.
In het afgelopen weekend heb ik weer eens kunnen kennismaken met de grote creativiteit van de Kalenbergse bevolking, jong en oud, die in staat was voor het derde jaar een voorstelling te produceren, die binnen een half uur was uitverkocht. Het vehaal was gebaseerd op twee Boeke van schrijvers uit de eigen gelederen: Thrillerschrijver Jacob Vis, die het gebied goed kent door zijn werk in de Weerribben, schreef “Wetland”, een huiveringwekkend verhaal dat hier speelt.
En mijn boek “Rook in de Ribben”is een portret uit de jaren tachtig van een dorp dat zich nog steeds zelfstandig en autonoom handhaaft ondanks alle veranderingen die een nieuwe tijd met zich meebrengt.. Kalenberg is zichzelf gebleven. “Rook in de Ribben”is in het Duits vertaald. Ik kreeg brieven van Duitse lezers, die vertellen dat kleine gemeenschappen ook in Duitsland allemaal dezelfde eigenschappen vertonen.
Ik mocht de laatste voorstelling aftrappen vanuit “Het Lokaal”,startpunt voor de voorstelling van “Trillend Riet”. “Het Lokaal”,is een oprecht buurthuis door medewerking van de dorpsgenoten milieuneutraal gebouwd., waar Henk en Ingrid gastvrij alle medespelers en de bezoekers hartelijk welkom heetten. Henk bewees zich als kok met zijn zuurkoolstamppot met worst en zalige sjuus. Dat deed mij al weer naar de winter verlangen, wanneer de vaart ouderwets is dichtgevroren en de schaatsen knerpend over het ijs glijden.
Ik mocht voor aanvang het publiek vertellen van mijn eerste jaar (1968) dat wij stadse (westerlingen werden wij genoemd) in dit oerlandschap Kerstmis en Nieuwjaar vierden. Er was nog geen riool. Wanneer de kinderen een drol draaiden en dóórtrokken renden ze naar buiten om te zien hoe deze drol met de stroom werd meegevoerd en onder het bruggetje naast het huis dóór de tocht naar de vaart aflegde!
Op de laatste avond dat “Trillend Riet”werd opgevoerd en ik tot het eind mocht blijven, hoorde ik het personage dat onze grote, nog steeds veelgelezen Dichter Bloem die in Kalenberg zijn levensavond sleet, speelde met diepe sonore stem zijn onsterfelijke dichtregel uitspreken:
“Voorbij! Voorbij! O, en voorgoed voorbij…!”
Ach, dat ik dit op mijn oude dag na eenenvijftig jaar Kalenberg nog mocht beleven, dat stemde mij diep gelukkig! En dat wij volgend jaar weer meer en nieuw “Trillend Riet” zullen beleven. Met de hulp van al die creatieve dorpsgenoten jong en oud die de oude cultuur in ere houden, en ook het nieuwe leven niet schuwen.