Column 14 augustus 2019


Redactie AD
Titel: Na-dieselen.

De vakantie is bijna voorbij, langzaam komen kinderen en kleinkinderen terug, gisteren zat ik alweer aan tafel bij mijn jongste zoon, met vrouw en twee jonge dochters van tien en twaalf jaar. Ze brachten een gedeelte van hun vakantie door aan de kust van Engeland.
Ik had ze een opdracht meegegeven. “Willen jullie bij Marks and Spencer, de helaas voor de tweede keer uit onze hoofdstad vertrokken Engelse supermarkt omdat er niet genoeg publiek kwam, maar die in Engeland nog steeds razend populair is, een flinke voorraad van de heerlijke gingersnaps, mijn favoriete gemberkoekjes, voor mij meebrengen?” Misschien kwam het door de niet al te hippe kleding die ze verkochten, maar er kwamen jammer genoeg niet voldoende mensen om hun voortbestaan in ons land te rekken. Maar de eet-afdeling was geweldig populair. En die rollen gemberbiscuitjes…ach…ik mis ze nog steeds.
“Oma. We hebben ons gek gezocht bij Marks and Spencer, maar de Gingersnaps waren uitverkocht. We hebben nu maar andere gemberkoekjes voor je meegebracht!” Ik kijk naar de twee dozen ”Real Cornisch Fairings” die iets van de plek waar ze hun vakantie vierden laten zien, ze zaten aan de kust in Cornwall!.
Mijn twee jongste kleindochters zijn tien en twaalf jaar. De oudste gaat naar de middelbare school, er moet een stapel boeken worden gekaft. Ik ga aan rug met haar staan om te zien of ze nu boven mij uitkom, het scheelt niet veel, maar ik ben nog steeds een klein beetje langer!
Zo pakken we allemaal ons dagelijks leven weer op. Ik mis vooral de gang ,s morgens naar de boulanger, de bakker in St. Nazaire, , waar ik mij in de lange rij schaar van niet al te jonge mensen, om verse croissantjes en de pain au chocolat te scoren. En ik denk aan de nu toch snel gaande verandering in ons dagelijks dieet: het dringende beroep om ons te voeden met voedsel dat het voortbestaan van onze aarde niet klem zet…Vooral de jonkies tonen bereidheid om vlees te laten staan. “Oma, wij gaan vegetarisch eten!”, roepen ze enthousiast.
“Ik bid niet voor bruine bonen!”, riep de Drentse Bartje. Maar of Bartje nu wel of niet voor peulvruchten wil bidden, ons consumptiepatroon zal toch moeten worden bijgesteld. Ik weet maar één soort oplossing: ik ga die bruine bonen zo lekker mogelijk klaarmaken! Mijn fantasie slaat op hol.
Ik kook de bruine bonen goed gaar. Dan ga ik ze prakken, ik snipper een flinke ui, ik maak de prut op smaak met verse peterselie. Of met kerrie. Een klein beetje zout…vooral niet te veel. Maak de prut samenhangend met een scheutje olijfolie. Draai er bollen van, model bitterbal. Of model kroket. Bak ze in een beetje olijfolie lekker bruin. Misschien ook nog even in paneermeel rollen. Ooit, ik geloof vijf en dertig jaar terug, schreef ik samen met Jeroen Krabbé een Bezuinigingskookboek, veel gebruikt door op kamerswonende studenten. Ik vis dat beduimelde boekje onder uit de keukenla en ga aan de slag. Nooit gedacht dat ik de weg terug zou inslaan. Maar het enthousiasme van mijn kleindochters om een daad te stellen, maakt dat ik maar weer eens m,n best ga doen om mijn best te doen niet al te veel te dromen van gehaktballen….