Redactie AD
Titel: beenveger.
“Blijf je voetbal kijken?
Natuurlijk! Niets leuker dan in gezelschap van kleinzoon, kleindochter, zoon, en vrienden van de kleinzoon die vandaag ook nog eens zijn één en twintigste verjaardag viert, voetbal kijken. Geen groot feest, wel veel taart, thee, cola. Later gaat mijn zoon patat halen. Ach… voor een oude opoe niets heerlijkers dan op de bank hangen met nakroost en bakken chips en hete frites met enorme klodders mayonaise… De hele familie is op dit ogenblik bezig met toetsen en overgangsexamens en andere onduidelijke bezigheden die de maatschappelijke vooruitgang moeten bevorderen. Met als verjaardagsverzetje de wedstrijd Ajax – PSV.
Ik word vakkundig bijgepraat door de jong volwassenen. Of zijn het gewoon ouwe pubers? Ze gaan uitzinnig uit hun dak wanneer Ajax scoort….ik laat me meeslepen en knor tevreden mee.
Een paar spelers vormen een worstelende klont mannenvlees op de grond. Kleinzoon: “Wat een smerige beenveger!” Ik laat me uitleggen wat een beenveger is. Mijn voetbaljargon is niet zo erg bij de tijd, zo spijker ik dat weer een beetje bij. Mijn gezelschap kent alle spelers bij naam, ik ken ze niet maar het is wel bloedstollend spannend. “Wie is die man?”. Ik wijs op een kalme man met een bloknootje in de hand.
“Dat is Kuipers! De beste scheidsrechter van de wereld!”. Kleinzoon praat me bij. O jee! Hij trekt na enig overleg, een rode kaart. Een AJAX-speler verlaat het veld. Met tien man speelt de club vastberaden verder. Ondanks de wedstrijd, die onder opgewonden aanmoediging en krijgslustig gezang van het publiek verder stoomt, dwalen mijn gedachten af. Ik zie de totaal betrokken koppen van mijn mannelijk gezelschap. “Brood en spelen”, denk ik.”Moet je nou zien, hoe ze zich volledig vereenzelvigen met wat zich voor hun ogen afspeelt. Het enige vriendje van mijn kleinzoon trekt een beetje pips weg, wanneer Ajax vlak voor het eindsignaal nog een keer scoort. Hij is voor PSV…net als zijn vader, die nu thuis zijn verdriet verbijt. De rest van de oma?”bankzitters springt onder luid gejuich op.
“Jongens, sorry, maar ik ga nu vlug naar huis. Mijn scriptie afmaken!” De eerste gast stapt op. De betovering is verbroken, de opwinding weg. Een voor één verlaten de gasten weer ons huis, terug naar hun dagelijks leven, naar de plicht en de discipline. Mijn zoon, die, je gelooft het of niet, simultaan op zijn laptop ook nog de inspanningen van Verstappen bijhoudt, klapt het digitale hulpmiddel dicht. Ik ruim de vuile koppen en glazen in de vaatwasser.
“Vond je het leuk oma?”
Ja. Oma vond het leuk. Héél leuk!