redactie AD
Titel: Stadsgesprek.
Als je mij roept, kom ik. Nu ja, niet altijd, maar wel wanneer ik in werkverband word geroepen ben ik net de hond van Pavlov: Ik kom! Nu riep men mij in ‘Delft, in de zojuist gerestaureerde Nieuwe Kerk, die ergens in de veertiende eeuw is gebouwd en nadien vele malen is opgeknapt. om tijdens het te houden Stadsgesprek mee te willen praten. Het Stadsgesprek vond plaats in de Nieuwe Kerk. Het was een intens koude dag, ik had iedere gedachte aan een vrolijke luchtige Kerstjurk laten varen en had mij, na het weerbericht te hebben gehoord, gehuld in een uitrusting geschikt voor de wolvenjacht in een vliegende Oostenwind. Dat bleek goed gezien, het was in die prachtige kerk waar onze Oranje,s zijn begraven, IJSkOUD! “We hebben vloerverwarming!”, riep iemand van de organisatie Protestante Gemeente Delft bemoedigend. Maar mijn ervaring met vloerverwarmingen heeft mij geleerd, dat je die een dag of drie van te voren moet aanzetten….voor optimaal rendement!
“Hup Berk”, moedigde ik mijzelf aan, terwijl ik mijn armen heen en weer bewoog op de manier waarop koetsiers in negentiende eeuwse films zich de armen opwarmden. “Laat de geest heersen over het lichaam”., sprak ik mijzelf toe.
Nadat Bram Gille, gespreksleider, het startsein had gegeven, begon ik het Stadsgesprek in de goed gevulde kerk te openen met een wat verkennend praatje. Over het geluksgevoel van de Delftenaren. Ik had al gehoord, dat de inwoners van deze stad bescheiden zijn, kalm leven, geen rellerige inborst hebben, kortom aimabele lieden. Het Stadsgesprek kabbelde gemoedelijk en een beetje aftastend een uurtje voort. Een toehoorster las een mooi gedicht over hoop voor. Ik kreeg een schoteltje Kerstkransjes, die ik ijverig verdeelde onder de eerste vijf rijen.
En toen was de beurt aan emiritus predikant Jurjen Fennema, die getroffen is door de rotziekte Parkinson. Hij vertelde over zijn leven, dat door de ziekte hoge eisen stelt aan zijn eigen manier zich staande te houden, maar ook aan zijn omgeving die hem steunde. Jurjen gaf ons toehoorders veel en eerlijk inzicht in zijn moeilijke leven, en dankte zijn levensgezellin voor de manier waarop zij hem ondersteunde.
Na afloop sprak ik met een mevrouw: “Ik had wel van alles willen zeggen. Maar ik had de klem op de kaken, ik was niet in staat iets uit te brengen!” Alles bij elkaar was het een zinnige bijeenkomst, waarbij de aanwezige Stadsfilosoof de gesprekken samenvatte . De Stadsfilosoof zat op een verhoging, droeg een hoed, had een lange baard, en ook hij was tevreden over de inhoud van het gebodene. Waarna wij ons weer in de ijzig winderige buitenwereld naar de trein begaven, maar niet na ons te hebben gelaafd aan een kop hete chocolademelk in de chocoladewinkel tegenover de kerk
Ik wens alle lezers een heerlijk kerstfeest in een lekker warm huis …zolang het nog kan.