Column 14 november 2018


Redactie AD
Titel: mens

Ik praat met Pauline de Bok,schrijfster en jager. Haar laatste boek “Buit” geeft veel inzicht in dat geheimzinnige gebied van de jacht en wat de mens daarbij voelt. En ik wil van haar weten wat ze, als expert van het leven van de wilde dieren in bos en hei, vindt van de gebeurtenissen rond de Oostvaardersplassen, waar ik af en toe in de trein naar Zwolle doorheen rijd. Er is op het eerste gezicht weinig te zien welke heftige emoties daar spelen : veel dode bomen, kale takken en af en toe een paar paarden in een groepje bij elkaar.
.Pauline: “Met de Oostvaardersplassen te zien als wildernis, houd je een misverstand in leven. Wij hebben hier in Nederland geen wildernis. De mens die ingrijpt in het leven van de dieren door ze achter hekken te plaatsen verstoort daarmee het ecosysteem. Ze kunnen niet weg om hun eigen leefgebied te maken. Door ze op te sluiten doe je ze geweld aan En de houding van verschillende natuur-organisaties is ook wonderlijk. Ze moffelen de problemen zo,n beetje weg!”
“Het publiek vindt het “zielig”, dat de dieren honger hebben. Goedwillende mensen gooien hooibalen over de hekken. Het knuffelhormoon speelt bij ze op. Men projecteert zijn zieligheids gevoelens oeverloos op de dieren. Een bepaalde hoeveelheid mensen schreeuwt luid, dat het beleid niet “humaan” zou zijn. Maar over dat hele idee van de Oostvaardersplassen is niet goed nagedacht. De mens is bezig het ecosysteem kapot te maken. Kijk naar de afnemende hoeveelheid insecten op de aarde…daaraan zij wij allemaal schuldig. En wat de dieren in de Oostvaardersplassen betreft, ze hebben daar in dat reservaat geen natuurlijke vijanden. Nou ja, de wolf rukt op..Maar die kan je ook moeilijk loslaten op de dieren, die door de hekken niet in staat zijn weg te komen…”
“Ze gaan nu een groot overtollig aantal edelherten afschieten. Maar de vrouwtjes zijn al bevrucht. Dan zijn er in het voorjaar weer heel veel jonge dieren, Té veel! Dan begint het probleem weer van voren af aan! ”
Ik denk aan de Weerribben waar ik jaren woon en waar de mannen van bepaalde percelen grond waarop ze jagen precies weten hoeveel reeën er leven. Die in de gaten houden wanneer er te veel van het een of te weinig van een andere soort rondlopen . Die het natuurlijk evenwicht scherp in de gaten houden. Een oud jachtbeleid, dat nog steeds geldt. Ik heb nog wel eens van een buurman een haas gekregen om klaar te maken. Of een ree-boutje. Heerlijk vlees, waar geen hormoon aan te pas is gekomen. Alles in evenwicht.
Want wanneer wij ons afvragen wie de natuurlijke vijand van de dieren is, die het ecosysteem waarin wij allemaal, mens en dier, met onze kinderen en kleinkinderen , willen leven en blijven leven,kapot maakt, dan is dat de mens. Waarmee wij onszelf ook tot onze eigen natuurlijke vijand maken.