Column 10 oktober 2018


Redactie AD
Titel: Onverschrokken.

Een van mijn echte vriendinnen, alleen gaand, een dik eind in de zeventig, twee maal weduwe, moeder, en grootmoeder van twee heerlijke kleindochters, wordt van tijd tot tijd bevangen door hevige reislust. En nu bracht die reislust haar tot het huren van een kleine camper, waarmee ze de Canadese bergen zou intrekken. Ze kent het land, heeft er en tijdje in een blokhut gewoond, heeft er vrienden wonen, met wie ze regelmatig belt….
Toch maakte ik mij zorgen. Ik zag mijn vriendin in een landschap vol beren en wolven, …ze kon een lekke band krijgen…om van alle enge mannen op haar pad nog maar te zwijgen.
En nu is ze terug. Ongeschonden, opgeladen met verse energie. Vol verhalen. Ik hang aan haar lippen.
“De camper was klein, maar volledig uitgerust om een langdurige tocht mee te maken. Ik had veel eten ingeslagen, want er zijn geen winkels langs de weg. Ik gaf haar een lekker dik boek mee, “Manhattan Beach” van Jennifer Egan, een waanzinnig spannend boek over een zelfstandige vrouw die tegen alle vooroordelen van mannen duiker wordt….”Heb ik achter elkaar uitgelezen!”.
“Ik heb vierduizend kilometer gereden. Rustig heuvel op, kalmpjes weer naar beneden. Ik reed niet harder dan tachtig kilometer, over de Alaska Highway naar de White Horse in de Yukonstreek tegen de grens van Amerika aan. Aan het begin van de Tweede Wereldoorlog hebben de Canadezen Indianen en stropers ingehuurd om die weg te maken. 20.000 Canadezen hebben aan die weg gewerkt om de Jappen, die van hun laatste eilanden voor de kust Canada wilden binnenvallen, tegen te houden. Ik reed ook door stukken land waar de Indian Summer ongelofelijk schitterend gekleurde bossen toonde. Ik heb gedurende de hele tocht een kwartiertje sneeuw gehad. Ik hield mijn hart wel even vast, wat moest ik doen wanneer ik zou insneeuwen. Je hebt daar bergen van 3.000 m hoog, wintersport is in Canadag op veel pekkek mogelijk. Ik reed door stukken land waar ik 500 kilometer lang geen menselijk wezen zag. Ik stopte op een parkeerplaats, waar ik eigenlijk nieuwsgierig een ommetje verder het bos in wilde maken …maar de gedachte dat ik in mijn eentje was, weerhield me.
Ik zag de plek in de rivier waar de zalm gaat trekken, ze zwemmen 500 kilometer tegen de stroom in, worden bevrucht, leggen hun eitjes tussen de stenen en rotsen in de rivier en sterven…Soms reed ik door stukken land met wilde geiten, jonge beren, coyotes, borden langs de weg met “Beware of the bear”. Eenmaal kwam ik in een kudde bisons terecht, ik hoorde ze snuiven en briesen, en ik voelde hun dampende warmte.
“Voelde ik me eenzaam? Nee…ik kan heel goed alleen zijn…in zo,n rijdend huisje, met alles wat je nodig hebt bij je. Het enige wat ik nooit wil missen is mijn kruik”.
Mijn vriendin is een “tough cookie”. Ik neem diep mijn pet voor haar af.