Redactie AD
Titel. andere tijden.
“Blijf stout!”
Ik zit te lezen in het boek van Yvonne Witter, die honderdjarigen interviewde om te zie hoe ze dat flikken. Hoe wordt je honderd?
Hier zijn een aantal adviezen: “Blijf nieuwsgierig. Wees eigenwijs. Zoek activiteiten. Houd je netwerk op orde. Heb humor.” En ik voeg daar aan toe: “Blijf stout! Zo stout mogelijk. Blijf ook knipogen. Doet er niet toe naar wie. Gewoon doen, in de tram, op de stoep, bij de groenteman.
Ik kreeg zojuist een buitengewoon bemoedigende rouwkaart. De bemoediging zat in het plaatje voorop.: een heel lange trap, die op een gegeven ogenblik ophield. De bemoediging zat hem voor mij in het roeibootje, dat daar klaarlag aan het eind van die trap om de overledene weg te varen. Er werden verder geen suggesties gedaan, waarheen dat bootje de passagier moest brengen. Naar de hemel? Naar de Hades? Naar Petrus? Naar huis? U mag uw eigen reisdoel bedenken. Misschien toch nog even een stout uitstapje bedenken. Enfin, laat uw fantasie werken, dat ga ik niet voor u doen.
Over het algemeen hebben de honderdjarigen in dit boek geen partner meer. Ze leven alleen. En er komen meer ouderen en de levensverwachting blijft stijgen. Vroeger kwam de burgemeester met een taart en een mooie bos bloemen. Maar het bijzondere gaat er een beetje af, het wordt gewoon. Yvonne Witter. “Ik hoop wel dat in de toekomst honderdjarigen meer het gevoel hebben mee te tellen. Dat kunnen we met elkaar bereiken door het gesprek aan te gaan en nieuwsgierig te zijn naar eeuwelingen. Ze hebben veel te vertellen door hun lange levenservaring. Zij staan open om hun ervaringen en kennis te delen en willen zelf ook leren, van anderen, van jongeren. Interesse in elkaar houden. Daar draait het om.”
DE EENZAAMHEID, DAT KAN WEL EENS VERDRIETIG ZIJN. “iK HEB AL TIEN VERSCHIlLLENDE KAARTCLUBJES GEHAD, MAAR TELKENS OVERLIJDEN MIJN MEDESPELERS,DAT KRIJG JE ALS JE ZO OUD WORDT.”, zegt ondanks zijn hoge leeftijd nog vitale oude heer.
Netwerken, dat is een antwoord. En dan wel een beetje tijdig, als je nog midden in het leven staat. Vroeger waren families vaak groot. Dan was er meestal wel een plekje, wanneer je moeder of vader heel oud werd. Grootmoeders bleven dan vaak deel uitmaken van het familieleven. Maar de tijd is heel erg veranderd. Kinderen verhuisden, huizen werden kleiner. Mijn eigen omaatje werd zesentachtig en ze kreeg in het huis van haar dochter een eigen kamer. Even was er sprake van een bejaardenhuis, maar haar kleindochters en schoonzoon wilden haar uiteindelijk toch bij zich houden.
Zo was ze in staat haar leven rustig naar het eind te laten glijden. Helder van hoofd, ook nog een beetje stout, en om de dag at er een kleindochter in haar kamer bij haar. Lekker rustig. En toen haar schoonzoon haar een televisie wilde geven, sprak haar dochter: “Nee, dat is veel te opwindend. Ze windt zich al zo op bij Mr G.B.J. Hilterman! Een televisie, dat zou haar te veel worden!”
Het waren andere tijden.