Redactie AD
Titel: keukentafel
Door de buien naar binnengedreven zochten we ons heil weer aan de keukentafel, de plek waar de verhalen over merkwaardige gebeurtenissen opbloeien. Hoe slechter het weer, hoe mooier de verhalen. Mijn keukentafelvriendin is weduwe, zij heeft nog steeds prachtverhalen uit de tijd dat haar man ver weg op zee het dagelijks brood verdiende. Zo vond de crew van het schip waarop hij voer, bedacht, dat ze iets moesten doen aan de steeds meer spannende buikjes.
“Een sherrykuur!”, riep de kapitein, “daar val je gegarandeerd van af!” Een sherrykuur (die ik mij ook nog scherp herinner…)Ja!
De sherry kwam aan boord en de zeemannen zagen hun leven licht alcoholisch gekleurd. De man van mijn keukentafelvriendin hield met een collega de wacht, ze mijmerden bij sterrenlicht over hun aanstaande thuiskomst en de goedkeurende blikken van hun vrouwen over de door de succesvolle sherrykuur afgenomen buikjes!
Het was middernacht, in een serene stilte spande zich de indigokleurige tropenhemel met daarin veel fonkelende sterren boven hen…Toen klonk er plotseling een schrille kreet: “auau auauau auau !!!”, gevolgd door benedendeks gerommel en pijnlijk gekreun. Daar kwam vloekend en tierend de kapitein het dek op gestommeld, een hand op zijn billen, brullend: “Een beest! Ik ben gebeten door een beest! Zijn tanden staan in mijn kont!!!”
Ter illustratie van zijn klacht trok hij zijn pyamabroek naar beneden, bukte zich, de wachtofficieren bogen zich geïnteresseerd over achterkant van de kapitein: “Er staat een hele rij tanden in je linkerbil!” De licht rozige stemming veroorzaakt door de sherrykuur van de wachtofficieren werd wreed verstoord. “Help me!”, riep de kapitein, “Ik durf niet meer naar beneden!”
De stuurman, de man van mijn keukentafelvriendin riep sussende woorden, vatte de kapitein bij de arm en trok hem achter zich aan. “Kom maar mee. We gaan wel eens even kijken of we dat beest kunnen vangen!” Hij trok de angstig tegenstribbelende superieur met zich mee, de trap af naar de hut waar het verscheurende dier zich in het bed van de kapitein had verscholen. Met een forse ruk trok de stuurman het dek van het bed, zelf toch ook een beetje beducht voor een onverwachte beet van…ja van wat? Achter hem stond de trillende kapitein, klaar om te vluchten!
De stuurman keek en keek, trok het dek nog iets verder naar beneden. En ziedaar, daar lag de schuld van alle paniek: het bovengebit van de kapitein!
Gelukkig trekken de buien ons land uit. We gaan lekker buiten zitten. De keukentafel wacht tot we ons in de herfst weer rond haar verzamelen…