Column 11 juli 2018


Redactie AD
Titel: Stemmen.

Er zijn stemmen, die je wilt horen. Stemmen die onlosmakelijk horen bij personen, die je kent van het witte doek of uit de krant. Stemmen die je overeind doen schieten, wanneer ze tot je komen via de radio. En in mijn kinderjaren was het alleen de radio die stemmen aanleverde. Een heerlijke stem, de stem van acteur Kees Brusse. In zijn stem klonk voor mij altijd iets van “je ne sais quoi”. (ik weet niet precies wat hij bedoelt, maar hij bedoelt wél wat! Maar wát???). Je zou het een beloftevolle stem kunnen noemen.
Langer geleden was het actrice Peronne Hosang, een bittere-chocolade-kleurige vrouwenstem. Sexy!Daar hoorde voor mij een lang-benige slank, sigaretten in een pijpje rokende roodharige vrouw bij, die met haar lage genuanceerde timbre erotische vergezichten suggereerde. Mijn opwinding kende geen grenzen toen ik werd gevraagd een rolletje te spelen in een hoorspel, waarin ook Peronne Hosang meedeed…de stem die mij als kind al aan de radio kluisterde. .In de trein naar de studio in Hilversum ontmoette ik haar, een schattige kleine mollige dame met die stem…Dat was even wennen.
Er waren ook een paar mannen van het witte doek, Charles Boyer en James Mason , mannen die mijn puberhart sneller liet bonzen. Maar aan de radiostemmen hád je meer, daarvan kon je dromen. Die stemmen hadden ook geen leeftijd, ze waren geweldig houdbaar. En ze hielden je vást, de radio bleef aan zolang die stem aan het woord bleef. Daar kwam voor mij later de stem van Max van Weezel bij. Je kon hem ook lezen, in Vrij Nederland. Oók leuk. Maar in de auto na een voorstelling op weg naar huis, luisterden we naar “Met het oog op morgen”, gepresenteerd door Max van Weezel. Ik wist absoluut niet hoe hij er in werkelijkheid uitzag, maar dat deed er niet toe. Ook in he radioprogramma “Argos” kan hij met die stem opgeruimd vreselijke verdachtmakingen uitspreken over van alles en nog wat. Eén keer stond ik achter hem, in een Italiaanse eetwinkel. Ik hoorde hem zijn bestelling plaatsen. Ik zag alleen maar zijn rug, Ik weet niet wat mij bezielde, maar ik sprak hem aan.
“Ik luister altijd naar U”, piepte ik zenuwachtig – ik ben niet zo van het aanspreken van bekende stemmen. Er ontstond ook geen boeiende conversatie…hij reageerde nauwelijks en verdween met zijn Italiaanse delicatessen geruisloos uit mijn blikveld…De man met een van de meest opmerkelijke genuanceerde, met lichte ironie geladen stemmen waaruit ook nogal eens een bedwongen grinnik nét niet opstijgt, uit onze bekende stemmen-stal! Ik zag bij de Italiaan alleen zijn rug, de stevige rug van een beetje mollige man, Max van Weezel. Hij is op het ogenblik volop in het nieuws door een ziekte, die hij dapper aan het overleven is. Samen met Wilma Borgman schreef hij het boek “Vrienden tegen wil en dank”, interviews met alle ministers en enkele staatssecretarissen, waarom flink te grinniken valt,