Redactie AD
Titel: “Bruidsjurk
“Ga jij kijken?”
“Weet ik nog niet”.
Vrienden en vriendinnen speelden onverschilligheid. Ik gaf het maar ruiterlijk en onbeschaamd toe: ik ging wél kijken! Ik ben dol op trouwerijen van anderen. En bij de Engelse adel ben ik helemaal niet te houden. Vooral wanneer er een witte jurk in het spel is. Maar achteraf bleek wel, dat iedereen toch ook had gekeken! Ik droomde sentimenteel weg bij al dat Engelse geluk. En wat goed, dat onze prinsen ook allemaal met slimme meisjes zijn getrouwd. Wat die jurk van de kersverse Hertogin van Sussex betreft: een droom! Klassieker dan klassiek…zo had ik ook wel eens willen trouwen!
In de hekgolf van na-beschouwingen over het huwelijk en De Jurk droomde ik terug naar mijn eigen eerste trouw jurk. Nee, het was geen jurk; het was een grijs flanellen mantelpakje met een plissé rok, die openstond. Dat moest wel, vier maanden zwanger van mijn eerste zoon was dat de enige optie. Ik studeerde aan de Amsterdamse toneelschool, toen nog gelegen aan de Marnixstraat. Mijn zwangerschap zorgde op de Toneelschool voor een precedent, maar ik mocht toch gewoon op school blijven. Ik kreeg wel uitsluitend rollen toebedeeld van zwangere, verkrachte of blinde vrouwen. Zoals de oude melaatse vroedvrouw in uit “L,Annonce faites á Marie” van Paul Claudel.
En nu moest er dus worden getrouwd. Een afgewezen minnaarwas zo genereus om een rondvaartboot te huren, die ons van de Zeedijk(waar ik bij vrienden logeerde) naar het stadhuis vervoerde,
We trouwden met drie echtparen tegelijk en de wederzijdse schoonouders maakten achter onze rug voor het eerst kennis met elkaar. We gaven elkaar het ja-woord en vertrokken daarna met die rondvaartboot naar het helaas verdwenen restaurant “Le chat qui pelote”. We genoten daar van een lunch, die was afgezegd door iemand die zou promoveren, maar die was helaas gezakt. De lunch was daardoor flink afgeprijsd! De afgewezen minnaar had ook nog een accordeonist gehuurd en Ramses Shaffy, die in 1954 in de derde klas van de Toneelschool zat, speelde in het restaurant vrolijk verder.
Ik had een heerlijk jaar. Er werd voor mijn snel zwellend lichaam steeds een stoel gezocht, ik mocht bij de lessen altijd zitten. “Dat wordt een jongentje!”, riepen de kenners. Hoewel mijn buik flink vooruit stak, bleef ik van achteren gewoon mijn slanke zelf. Zodat er nog wel eens een achterop rijdende fietser, misleid door mijn nog ranke achterkant naar mij floot, om, zodra hij langszij kwam en mijn dikke voorkant zag, haastig dóór te fietsen…
Het overgangsexamen naderde. En toen, tableau, precies op de dag van het examen werd mijn eerste zoon geboren!