Column 2 mei 2018


Redactie AD
Titel: EINDELIJK!

Nieuwsgierigheid, die snel veranderde in diepe betrokkenheid, veroorzaakte bij Marthijn Licher, meester groep 8 op de basisschool “De Witte Olifant” , in de acht maanden voorafgaande aan de vierde Mei koortsachtige energie om die jaarlijks weerkerende herdenking van vijf jaar oorlog te wijden aan zijn school en de gedeporteerde en vermoorde kinderen, die daar hun sporen achterlieten. Zo ontstond door zijn inspanning een hartverscheurende tentoonstelling, met roerende bewijzen zoals foto,s en briefjes die bestaansrecht geven aan alle joodse kinderen die door de bezetting in de Uilenburgerschool bij elkaar waren gezet. Ik citeer uit de openingstoespraak van Marthijn Licher
“Toen de bezetter in 1941 de Joodse scholen aanwezen zaten er bij aanvang, September 1941, 544 leerlingen op Joodse school nr.1 en nr. 2. Na de grote razzia van 26 Mei 1943 waren er nog 16 Joodse kinderen in de Jodenhoek over en enkele Joodse onderwijzers. Deze 16 kinderen zaten op de Joodse scholen nrs. 1, 3 en 4. De scholen zijn toen opgeheven.
Aan deze gebeurtenis is de afgelopen 75 jaar geen aandacht besteed. Geen gedenkteken, geen herdenking, helemaal niets. Het is van groot belang, zeker nu de onverdraagzaamheid en het anti-semitisme toeneemt, aandacht te blijven schenken aan het joods én humanistisch drama dat plaatsvond in de Tweede Wereldoorlog. Maar nu zijn we blij dat er een mooi monument hangt in de school en dat er veel hulp is geboden bij het realiseren hiervan.”
“Door een gesprek met een moeder van een leerling, die vertelde dat haar man, Dave Zwaan, zich had verdiept in de geschiedenis van de Witte Olifant. Hij vertelde wat er allemaal was gebeurd op deze Joodse scholen. Ik was stomverbaasd dat er bijna niets hierover te vinden was in de school en hoe weinig mensen op de hoogte waren van deze geschiedenis. In samenspraak met onze directeur Siebe gingen we op onderzoek. Op Google vonden we “Een Kleine Heldendaad” van Aart Janzen, met uitgebreide informatie over de jodenvervolging in het lager onderwijs in Amsterdam, waar ik weinig van af wist. Bij het Joods Historisch Museum vonden we twee absentieschriftjes van Joodse school nr. 2, bijgehouden door directeur Meijer Polak. Ik heb de namen uit de schriftjes genoteerd .Deze bron bleek later van grote waarde te zijn, want er zijn geen leerlingenlijsten meer te vinden. Niet bij het Niod, niet bij het Stadsarchief.. Zo vonden wij 200 namen van leerlingen en onderwijzers van Joodse school nr. 1″.
Het onthulde monument in “De Witte Olifant” bestaat uit een gedicht van Ida Vos en de namen van alle omgekomen leerlingen en onderwijzers, voor eeuwig in het raam ge-etst. Hieronder een ander buitengewoon gedicht van Ida Vos:
aardrijkskunde
zij had een onvoldoende
voor aardrijkskunde
die laatste dag
maar wist een week later
precies waar Treblinka lag.
Op Vrijdag 4 mei tijdens de bezoeken aan OPEN JOODSE HUIZEN geeft Marthijn Licher, meester van groep 8, om 10 en 12 uur een rondleiding op de tentoonstelling in zijn school De Witte Olifant, Nieuwe Uilenburgerstraat 96, Amsterdam.