Redactie AD
Titel: Wow!
In de krant van vrijdag 22 december wordt mijn spiedend oog getrokken naar de magnifieke foto van een boomlange kerel, vrolijke kop, breed van schouder, ongetwijfeld gespierde benen, de voeten in solide kistjes stevig in de grond geplant. Is dit de nieuwe, meer dan aantrekkelijke hoofdrolspeler in een blitse politieserie? Nee hoor…
Het is Erik Akerboom, nu de korpschef van de Nationale Politie. Koen Voskuil ontlokt hem een aantal antwoorden op zijn vragen , die ons met hoop vervullen voor de toekomst van de politie. Hij maakte carriëre als terreurbestrijder en Secretaris-Generaal van Defensie. En hij is niet van plan snel op te branden in de hectiek en spanning van zijn nieuwe baan: “Ik veroorloof mij ontsnappingen, fietsen met vrienden in de Vogezen op plekken waar de telefoon alleen werkte als ik op het dak ging staan. Ook met vrienden en studiegenoten de Alpe d,Huez beklommen. Heerlijk iets te doen wat je eigenlijk denkt niet te kunnen, die heroïek met elkaar te delen.”
Ik citeer vrijmoedig uit het interview met Koen Voskuil: “Door de reorganisatie hebben we op sommige punten vijf jaar stilgestaan. Ik wil uit die surplace komen en onze organisatie aanpassen aan de vragen die er liggen voor de toekomst. Het vertrouwen van de burgers in de politie is groot, blijkt üit onderzoek. De politie is een baken en staat midden in de samenleving. Ik hoop dat de collega,s weer een beetje trots zijn. Niet alleen op hun werk, maar ook op de politie. Daar ga ik me voor inzetten.”
Ik kijk nog eens goed naar de foto van Eric, die mij doet denken aan mijn jonge jaren toen ik mannen als Jean Gabin en Lino Ventura boven mijn bed plakte. O ja, Alain Delon. En Gregory Peck. En Humphrey Bogard… Filmsterren, die mannen speelden waar je van droomde. Slimme, intelligente, geestige mannen. Mannen met de langzame oogopslag. Die er toch ook niet voor terugdeinsden wanneer er iemand moest worden koud gemaakt!
De Pierre Bokma,s van de films uit mijn jonge jaren. Niet noodzakelijkerwijze knap, maar zo sexy…Bokma heeft dat ook, dat “je ne sais quoi”…ik zag hem eens spelen in een stuk naar een verhaal van Joseph Roth. Hij speelde een piccolo, liep onnadrukkelijk door het hele stuk heen, waarin iedereen zijn stinkende best deed. Maar Pierre,s onnadrukkelijkheid was zo onbespoten onnadrukkelijk waardoor ik toch uitsluitend naar hem keek. Net zoals mannen altijd dat ene danseresje in het corps de ballet met hun ogen volgen. Dat heb ik dus ook. Met mannen.
Ik denk dat ik Eric Akersloot uitknip. En boven mijn bed hang. Misschien heeft hij ergens nog een gezellige eenzame opa…om mee te corresponderen…