Column 15 november 2017


Redactie AD
Titel:  suikertante.

Mijn dochter is een dierenvriendin. Haar man ook, een dierenvriend dus. Het paar heeft geen kinderen maar kan niet leven zonder dieren. De dieren worden nooit gekocht, de poezen komen gewoon aanlopen en gaan nooit meer weg.  Maar alle poezen in de buurt houden elkaar scherp op de hoogte: “Piet is aan zijn laatste uur bezig. Binnenkort komt er dus weer een plaatsje vrij. We houden het in de gaten!” En zo gaat het. Piet sterft in de armen van mijn schoonzoon, wordt liefdevol begraven in de achtertuin. Er is nu een week rust. Dan wordt er aan de keukendeur gekrabd. Daar staat een hongerige rooie kater. Of een cyperse hongerleider. Of een ander ondervoed scharminkel;”Miauw””Kom binnen”, zegt mijn schoonzoon.  De gast krijgt eten en drinken, wordt geaaid. Dan mag hij weer naar buiten. De volgende dag herhaalt het ritueel zich. De rooie poes blijkt een kater. Na een week zegt mijn schoonzoon: ” Zo. We hebben overal gevraagd of iemand je kwijt is. Niemand is je kwijt. Nu blijf je bij ons. Je ballen gaan er af, anders ga je piesen. Daar houden wij niet van!”  Schoonzoon neemt rooie kater mee naar de dierenarts, hij blijft na deze ingreep een week binnen, klimt nu ook op schoot, en spint heel luid en duidelijk alsof hij zijn instemming met dit beleid wil tonen. We noemen je Kaerel!”  Let op de “ae” lezer, dit is niet een gewone Karel, het is een “Kaerel!”; een naam uit te spreken met een bekakte Amsterdam-Zuid-tongval. Maar nu gebeurt er iets opmerkelijks. Mijn dochter rijdt iedere dag op weg naar haar werk  langs een wei met Shetland ponnies. Op een ochtend staat in de wei een veewagen, de paardjes worden één voor één ingeladen. Wat is hier aan de hand? Mijn dochter stapt uit en loopt naar de boerderij, waar de boer zijn laatste uren beleefd. Hij heeft zijn vee verkocht. Mijn dochter moet heel erg snikken. Ze koopt één paardje, beter één dan geen! Ze belt haar man, die nooit ergens mee zit. Hij haalt het paardje op, zet het zolang in de tuin en noemt haar Hendrika. Er wordt een wei gezocht, een hok getimmerd, hooi gehaald ….Nu hebben mijn dochter en haar man een peuterpaardje en een dikke poes. Mijn schoonzoon timmert een hok .Er komt nu nog een peuterpaardje bij, de twee staan gezellig bij elkaar. Over een naam wordt nagedacht Mijn dochter wandelt met Hendrika, die nu al weer “Henk” heet, in het weekend langs de weiden. Laatst sloeg Henk op hol, mijn dochter met zich meeslepend.  Alles kwam goed, alle passanten en iedereen hielp mee Henk weer in het gareel te krijgen. “Komt ze naar je toe wanneer je haar roept?”, vraag ik mijn dochter. “Nee”, is het antwoord, “Alleen wanneer ik iets te eten meebrengt!” Mijn twee jongste kleindochters komen soms rijden, ze hebben de maat van Henk, dus hopsen ze zonder tuig en zadel vrolijk door de wei op kleuterniveau .. U begrijpt dat mijn dochter de beste suikertante van Nederland is.