Column 8 november 2017


Redactie AD
Titel: zilver licht

November is mijn maand. De ochtend wordt wakker in dunne mist, het veld achter het huis is bedekt met een laagje wittigheid. In de achtertuin staat een jonge ree slaperig te kijken om plotseling met chique sprongen weg te hollen, het ondoordringbare riet in. De zon komt sloom boven de horizon. O ja, November is mijn maand, de maand van het zilveren licht.
Er zijn mensen, die in deze tijd van het jaar somber worden, een onverklaarbare droevigheid trekt door hun lijf. Ze zetten Mahler op om hun gevoel te onderstrepen.
Ik niet. Ik luister naar de helaas dooie Al Jarreau. Hij zingt “I,m beginning to see the ligth!” een injectie van vitale swingende pret, die mij vrolijk hoppend door de keuken een vers onbespoten ei laat opzetten. Terwijl dat ei zijn best doet niet te hard te worden. ga ik op zoek naar de nieuwe tandenborstel.
Nieuwe tandenborstel,d.w.z., een nieuwe bovenkant. Verpakt in plastic. IK probeer het plastic open te scheuren. Scheuren? Nee…dat gaat niet. Ik probeer de verpakking los te trekken. Nee. Dat gaat ook niet. Ik zet de solide verpakte tandenborstel aan de mond, ik zet mijn hoektanden (nog van mijzelf) nu in het kunststoffen verpakkingsmateriaal, en schud met mijn kop zoals een ouderwetse foxterrier een dooie rat heen en weer schudt . Met scheurende kracht ruk ik het onwillige ding heen en weer, zonder ook maar een gaatje in dat verd…de omhulsel te krijgen. Ik draai Al Jarreau de nek om, ik draai het vuur onder mijn drooggekookte ei uit…ik smijt de ontoegankelijke tandenborstel tegen de muur. Ik raap het ding weer op.
Nu grijp ik de broodzaag en probeer de verpakking open te zagen. Ik haat de fabrikant van de tandenborstel. Wie treft hij met dit niet open te krijgen plastic verpakkingsmateriaal? Ik zie alle bewoners van bejaardenplekken, alle eenzame oudjes, alle mensen met valse gebitten en alle tandelozen er mee tobben. En niet alleen verpakte nieuwe tandenborstels, maar ook alle niet open te rukken theezakjes, deksels van appelstroop- en jampotten, koffiemelkcupjes, plastic omhulsels van de tegenwoordig ook al in kunststof verpakte tijdschriften, ja…nu de winter nadert zijn zelfs de nodige warme wollen panties in plastic gehuld…Het is een schande!
Ik zak uitgeraasd op een keukenstoel… kijk door het raam naar buiten. De zon heeft de mist verdreven. De koolmezen hebben mijn eerste pindaketting aan de jasmijnstruik ontdekt, hangen dolgelukkig ondersteboven zich te goed te doen!
Plastic! Weg er mee! Gewoon weer thee van blaren; één schepje per persoon, één voor de pot, die we met kokend water omspoelen, vijf minuten laten trekken, roeren, eerste kopje zelf keuren! En na de thee met een wollen muts op een ommetje maken om het zilveren Novemberlicht te savoureren. Hoe dat licht ons op sprookjesachtige wijze diep de winter invoert, de afnemende volle maan door de kale takken laat schijnen en ons verzoent met het leven…liefst zonder plastic…