Column 2 augustus 2017


Redactie AD
Titel: BALLENBAK.

Verward en verwilderd dwaal ik door het leven, op mijn ouwe dag toch nog onzeker over welk vlees ik in mijn eigen kuip heb: hetero, homo, bi, trans-gender, a-sexueel of welke smaak er nog meer mag zitten in dit rijke pakket aan variaties.. Wel voel ik mij gesteund door de Nederlandse Spoorwegen, die alle discussie bij voorbaat uit de weg gaat door mij geruststellend aan te spreken als “beste reiziger”. De NS ziet mij tenminste als “mens”.
Op het station van Steenwijk speur ik naar een derde toilet, zodat ik mij daar dan veilig kan neerlaten op een gender-vriendelijke bril. Maar ik kan niet eens de ouderwetse plee vinden. Ik besluit mijn sluitspieren te trainen door mijn gevoeg op te houden tot ik mij thuis op mijn eigen vertrouwde bril kan neerlaten. Op dat lieve kleine station is nauwelijks nog een publieke functie terug te vinden: geen krantje meer, treinkaartjes alleen in de automaat te koop. Op mijn vraag aan de enige aanwezige mevrouw bij de fietsenverhuurplek in het station, die nog bereid leek mij inlichtingen te verschaffen over de brievenbus waarin ik mijn brief kon posten, in het chinees antwoord kreeg. D.w.z. zij sprak Chinees, en wees mij met handgebaren naar de uitgang: “legs!”
Zij bedoelde dat ik na de automatische schuifdeure de bocht naar “rechts ” moest nemen. Na een zoektocht buiten het station wees een lokale mevrouw mij de brievenbus, zodat ik mijn brief kwijt kon in de gleuf met de juiste postcodenummers. Daarna besloot ik, wegens mijn inmiddels tot hoge nood gestegen behoefte mijn blaas te ledigen mij schuldig te maken aan het verboden wildplassen in een ribes-bosje, dat mijn illegaal gedrag onttrok aan de ogen van het publiek. Hierna ging ik even zitten om te bekomen van al deze nieuwe indrukken en mijn baldadig gedrag in de bosjes op het bankje dat er nog voor het station stond.
“De wereld verandert wel erg snel”, dacht ik. Was er, na de stroom vluchtelingen waar we inmiddels aan gewend zijn, een nieuwe stroom Chinezen op komst? In het dorp schijnen er al enige Chinese families te zijn gesignaleerd. Bij een buurvrouw aan de overkant scheen een oosterse familie zich nieuwsgierig met de neusjes plat voor het raam te hebben vertoond. Hetgeen de huisvrouw er toe bracht met een onvriendelijk handgebaar onder het uitstoten van de kreet “kissscht kissschtt” de vreemdelingen weg te jagen!
Na deze verwarrende belevenissen besloot ik mijn kleinkinderen op te halen bij de speeltuin. Nauwelijks gearriveerd, zoekend naar mijn nageslacht tussen de schommels en zandbakken, schalde een stem door de tuin:
: “Oma kan worden opgehaald bij de ballenbak!”
Ik stond doodstil. Toen drong de discriminerende boodschap tot me door, hete kwaaie stoom kwam uit mijn oren en neusgaten. En wiens oma ben ik dan? En waar is opa? En waarom zou ik in de ballenbak zitten?