Redactie AD
Titel: Huidhonger.
Af en toe kruipt er een nieuw woord onze taal binnen. Huidhonger. Ik google en daar is het: ik tel en raak ook meteen de tel kwijt. Dit prachtige woord bestaat al geruime tijd en laat aan duidelijkheid niets te wensen over. Het wordt op Google ook ondergebracht in een aantal rubrieken, waarin allerlei soorten huidhonger worden behandeld.
Toevallig moest ik op mijn verjaardag, naar mijn vijf volwassen kinderen kijkend, denken aan de tijd dat ik ze de borst gaf. Na ongeveer een half jaar, wanneer hun tanden doorbraken en ik ook weer volop aan het werk ging, bouwden we de borstvoeding af, altijd een beetje sneu moment. We hebben indertijd wel eens een bandje opgenomen, waarop je dat gulzige gretige geslobber kon horen. Zo probeerde je iets vast te leggen, vast te houden van dat innige contact met je kind, wat nu groot ging worden en zijn tanden ging gebruiken om zijn voedsel te kauwen, te vermalen tot verteerbare massa om zich op eigen kracht in de wereld te kunnen redden.
Op mijn laatste verjaardag kwam ik al rekenend tot de conclusie, dat ik twee- en een half jaar melk had gegeven. “Ik ben net de Neeltje 3!”, grinnikte ik half binnensmonds, wetend dat mijn kinderen niet op dit soort intieme boodschappen van hun ouwe moeder zitten te wachten. Ik herinner mij ook een goede vriend, die een kratje donker bier liet bezorgen: “Goed voor het zog!” , was de boodschap, waaraan ik moeiteloos gevolg gaf!
Ook herinner ik mij de ogenblikken, waarop ik mijn derde kind, mijn dochter, de borst gaf. Mijn twee kleine jongentjes keken ernaar. Door de overvloedige melkproductie hield ik onder de tweede borst een groot glas, waarin ik de melkstroom opving. De twee kleine mannetjes mochten dat om de beurt opdrinken. Alles was volkomen vanzelfsprekend. Er was zelfs een mogelijkheid je teveel aan moedermelk te schenken aan een ophaaldienst, voor dorstige babies, waarvan de moeder om wat voor reden dan ook niet in staat was melk te geven.
Maar op Google komen de rubrieken onder de kop “huidhonger” veel uitgebreider aanbod. En nu de ouderenzorg steeds meer aandacht krijgt door de enorme groei van het aantal oude en zeer oude mensen, komt de huidhonger veelvuldig aan bod. Vereenzaming, het gemis van een partner, het gebrek aan geknuffel, aan lichamelijke warmte, armen om je heen, iemand die eens over je verkleumde ruggetje strijkt, koude voeten in bed….Voor veel oude mensen onbespreekbare zaken, die nu onder de kop “huidhonger”een naam hebben gekregen. Ook in de zorg begint het besef door te dringen, dat het niet alleen gaat om schone bedden, en genoeg wasbeurten…maar vooral om aandacht, aanraking om de verkleuming te doorbreken. Wanneer mijn 86-jarige oma bij mij logeerde en ik haar ,s avonds kuste, mikte ze op mijn mond.
“Niemand noemt mij meer Marie”,nooit duidelijker eenzaamheid horen verwoorden…