Redactie AD
Titel: schoonmoeder
Een van mijn zoons boekte met zijn kinderen een weekje Bretagne, het land van de heerlijke herinneringen. Onze familie-jonge-jaren speelden zich vele zomers af op de Bretonse stranden, even boven de monding van de Loire. Zuid Bretagne heeft het heerlijkste klimaat voor vakanties met (kleine) kinderen. Warme dagen (er groeit hier en daar zelfs een palm, dat komt door de warme golfstroom die langs de kust loopt) , koele nachten.
Menu: vis! Mosselen, gekookt in cider, bier, witte wijn en/of room. Oesters, die je hier het hele jaar eet. Langoustines met die duivelse klodders franse mayonaise. Allerlei zompige schelpdieren, die rare geluiden maken op de grote plateaus fruits de mer, die je op zondagmiddagen bestelt voor maaltijden, waarbij de hele familie aanschuift en die pas ,s avonds eindigen. We drinken droge cider en Muscadet…
Enfin, toen mijn zoon zijn Bretonse vakantie aankondigde, belde ik hem en vroeg hem in helse scherts: “Wat zou je zeggen wanneer ik plotseling voor je neus zou staan?”
“O nee!!!” Ik voelde de rilling over zijn rug …
Ik schoot in de lach. Natuurlijk ben ik de gemeenste moeder ter wereld om mijn zoon de stuipen op het lijf te jagen met de gedachte dat ik hem zou verrassen met een onaangekondigde verschijning…
Ik dacht aan mijn allerliefste schoonmoeder, met wie ik zeventien keer op vakantie ben geweest. Zij was geen last, zij was een lust. Veilig voor de zon zat zij in het kleine strandtentje met een hoed op, kriebeltruien met Noorse patronen breiend voor haar nageslacht, truien die meegroeiden tot ze in de kattenmand belandden. Of kaartend met de kleinkinderen. (“Oma, je speelt vals!”)
En lezen, ze had altijd een boek onder handen. Ik herinner me de jaren dat Marcel Proust werd vertaald. Ik gaf haar het eerste deel. Ze las het helemaal uit, helemaal. “Leuk boek!”, was haar commentaar. Als de verhaallijn maar deugde, anders legde ze het weg!
Ze verloofde zich op haar vijfentachtigste jaar met een verse weduwnaar en trok bij deze vriendelijke baas tot beider tevredenheid in. Bijna zevenennegentig jaar werd ze. Het slotakkoord van haar leven was gelukkig, hij ontvoerde haar uit haar bejaardenflatje en maakte haar leven weer rond. Ze trokken bij elkaar in en nodigden ons allemaal hartelijk uit op de maaltijd waarbij natuurlijk haar vermaarde omaatjessoep met zelfgedraaide ballen en vermicelli nog steeds onnavolgbaar lekker was! Trots showde ze ons haar nieuwe verblijf, gooide met een royale zwaai de deur van de ruime slaapkamer met het grote bed open en riep : “Kijk, hier is het slaapveld!” En wanneer ik bij ze op visite ging , zwaaiden ze mij, gearmd achter het raam staand hartelijk uit!
. Op een dag ging ze in bed liggen en zei: “Ik heb er geen zin meer in”. Ze sloot haar ogen en vertrok. Ik denk nog vaak aan haar, ze was een voorbeeldige schoonmoeder.