Redactie AD
Titel: Kroketten.
“Een dagje Amsterdam” ; daar moest het toch eens van komen. Jarenlang bespraken mijn buurvrouw uit het noorden en ik dit uitstapje. Hoewel mijn vriendin als vrouw van een zeeman in haar jonge jaren moeiteloos de wereld bereisde, nergens tegenop zag, bij een stop van de tanker waarop haar man voer vrolijk aanvloog om een poosje mee te varen op zijn boot en zij bij het aanleggen in allerlei exotische havens altijd snel gebruik maakte van de mogelijkheid op eigen houtje de wereld rond zo,n havenplaats te verkennen, ja…ze zag er niet tegen op ergens in China een fiets te huren en op eigen houtje de stad in te trekken, “een dagje Amsterdam” leek voor haar een niet te nemen hobbel.
Eindelijk kreeg ik haar zover, dat een bezoek aan mijn werkplek in de hoofdstad zou plaatsvinden. Een grondige planning van die dag vond plaats. Eerst met de auto naar het station in Steenwijk, vervolgens een retourtje kopen, in Amsterdam de juiste tramlijn uitzoeken, twee haltes meerijden, dan oversteken, een eindje doorlopen en vervolgens de gracht linksaf aan de rechterzijde nemen….ik zou haar op de stoep opwachten…de hele reis werd grondig uitgestippeld, en zo stond ik haar op te wachten…ja, daar was ze!
“Ik neem je mee voor de lunch, in plaats van een bloemetje!”, riep ze hartelijk en nadat zij mijn eenvoudige maar nette studentikoze behuizing in het hofje had geinspetceerd, en met een kritische blik rondkijkend had vastgesteld dat ze er “niks aan” vond (wij beleven al jaren lang een eerlijke en kritische vriendschap) begaven wij ons naar het restaurant in de tuin van museum de Hermitage, waar de keizerlijke Russische Romanov-familie onze fantasie prikkelde. Nu had mijn bereisde vriendin ooit in Petersburg dit alles al ruimschoots bekeken, voor haar was dit bekend terrein, dus op naar de lunch.
“Weet je”, vertrouwde mijn vriendin mij boven de Oeuf Benedictine toe, “ik heb vorige week bij “Geertien” ( een van onze Overijsselse pleisterplaatsen) zulke heerlijke garnalenkroketten gegeten. die bleken in diepvries afkomstig van een beroemde bakker uit Amsterdam. Die wil ik eigenlijk mee naar huis nemen. Waar is die bakker?” Ik legde haar de vindplaats van deze heerlijkheden uit. “Is dat te lopen?”, informeerde ze.
Na een accurate beschrijving van de route naar de kroketten, sprak mijn vriendin: “Weet je, ik ga toch voor donker, dus niet te laat naar huis. Dan ga ik daar nog even langs!” Ze rekende de heerlijke lunch af, bracht mij nog naar mijn stoep en zette er de pas in, op jacht naar de garnalenkrokettenbakker.
,s Avonds nog een telefoontje: “Het is gelukt. Ik heb twee dozen diepvries kroketten gescoord! Voor de kinderen!”
Mijn Amsterdam. Mijn hofje. Een tentoonstelling die mijn lieve vriendin al in Rusland zelf had bekeken. Ik begreep weer eens, dat mijn voorkeur voor de grote stad niet door iedereen wordt gedeeld.