Column 5 april 2017


Redactie AD
Titel: Bolle Toet.

“Wat ziet er u goed uit!”. Een mevrouw die mij duidelijk herkend van een van mijn buitengaatse bezigheden in de Grote Wereld maakt mij het compliment, dat mij mijn hele lange leven achtervolgt. Ik heb namelijk een Bolle Toet. Ook bij ziekte en koorts blijft mijn Bolle Toet zorgen voor dit ongevraagde complimentje; hoe beroerder ik me voel hoe meer mijn Bolle Toet waardering uitlokt. Zelfs in de hongerwinter, toen onder mijn holle hongerige kinderogen donkere wallen hingen, riepen de kennissen van mijn moeder: “Marjannetje ziet er toch nog héél goed uit!”
Mijn volwassen kinderen laten zich niet in de luren leggen door mijn gevulde wangen. Zij weten dat ik langzamerhand de leeftijd heb bereikt, dat het tijd is voor hun participatie aan dat leven. Zij communiceren met elkaar door middel van een app, een digitaal fenomeen, waar ik nog steeds niet de gebruiksvinger achter heb gekregen. Zo hebben ze gezamenlijk besloten, dat mijn hofje in de hoofdstad, waar ik met het oog op werkzaamheden regelmatig verblijf nu éénmaal per week gestoft, gesopt en gezogen gaat worden door een van mijn nakomelingen. Waardoor ik geweldig inzicht verwerf in hun kwaliteit van interieurverzorgers. Allemaal hebben ze één specialiteit, waarin ze hun ziel leggen naast het obligate stofzuigen, dat ze tot in de puntjes beheersen.
Mijn jongste zoon doet iets, wat ik nog nooit iemand heb zien doen. Hij zuigt de ramen! Geweldig! De oudste zoon richt zijn expertise op het blinkend schoonhouden van de plee met geavanceerde schoonmaakmiddelen, die hij zelf meebrengt. Ik krijg ook een compliment van hem over de hygiënische toestand van deze zetel. Mijn één na jongste zoon vraagt voortdurend om jif, een nieuw soort vim, dat heb ik nooit in huis. Met een schuursponsje schrobt hij de wastafel. En hij neemt zakken vol oude kranten mee uit respect voor papier, die dumpen wij gescheiden van het gewone vuil.
Mijn dochter, die ook de zuig-beurten coördineert met haar broers, heeft een soort plumeau aangeschaft: “voor de hoge dingen bovenop waar niemand bij kan!” Zij floddert gedreven met dat ding door mijn hoger gelegen gebieden. Mijn oudste kleindochter doet ook mee aan deze actie: “hoe houden wij oma Moes fris en schoon!”
Onder ons gezegd: ik heb er nog nooit zo schoon bij gezeten! Ik zit op de rand van mijn geluchte en verschoonde bed en knor van tevredenheid. Mijn nageslacht is een zindelijk volkje! Bravo!
P.S. Zojuist gehoorde klantinformatie: Jif schijnt tegenwoordig cif te heten. En waarom gebruikt niemand meer groene zeep? Dat is mijn persoonlijke lievelingssopje en het ruikt ook zo lekker. “Jij bent ouderwets!” Maar als ze eens een week niet komen, loop ik stiekem lekker alles nog eens ná met een schuimend emmertje zeepsop…