Column 21 december 2016


Redactie AD
Titel: DIEFSTAL.

Uitgerekend op de dag dat Kees Holierhoek, voorzitter van de auteursrechtenorganisatie LIRA na dertig jaar afscheid nam van zijn stralende periode, waarin hij de rechten van schrijvers met grote inzet heeft verdedigd en op de kaart gezet, en waarvoor hij in deze periode is gelauwerd met verschillende prijzen en ook de dank van de nederlandse schrijvers heeft mogen oogsten, verschijnt daar op mijn laptop een buitengewoon verontrustend mailtje.
Ik had zo,n twee jaar geleden al nattigheid gevoeld. Gedurende een aantal korte lezingen tijdens een tocht langs verschillende scholen, waarbij men trots liet zien dat de door de crisis getroffen gesloten bibliotheken waren uitgeweken naar een inpandige bibliotheek op school. Het leek het ei van Columbus. Niemand hoefde te leiden onder de gesloten bieb, De school van de kinderen voorzag in de leeshonger van…? Ja…van iedereen.
Maar terwijl ik dit enthousiaste verhaal aanhoorde, dacht ik: “Wie int dan het leengeld? Het geld van de auteurs?” Nu is de service van de bibliotheken altijd bescheiden en betaalbaar geweest, maar hier dreigde er in mijn optiek een onaangenaam gat waarvoor nog geen oplossing was gevonden. De nog net geen bloedige strijd die jarenlang was gevoerd om tot een redelijke vergoeding te komen voor schrijvers, vertalers, journalisten, columnisten, thrillerschrijvers, scenario- en educatieve schrijvers, en waardoor veel bevredigende resultaten waren behaald, leek nu plotseling in “guur weer” te raken.
In eerste instantie leek dit model voor veel bibliotheken een geschenk uit de hemel in een tijd dat ze vreselijk moesten bezuinigen. Nou ja…voor onderwijs was er dus wel geld,(bestrijding van de laaggeletterdheid, etc.) en zo werd er de helft van de uitleningen (een half miljoen) niet meer opgegeven voor leenrecht. Maar volgens het eigen onderzoek Marktverkenning van Stichting Leenrecht bleek het te gaan om een aantal van 20 MILJOEN UITLENIINGEN via Schoolbibliotheken!
Deze uitleningen komen om verschillende redenen niet bij Leenrecht terecht: ze worden niet opgegeven, of de uitleningen worden niet geregistreerd op de school.
Conclusie van Stichting Leenrecht: zo wordt het stelsel uitgehold! We kregen het ministerie van OCW begin 2016 zo ver, dat het een onafhankelijk onderzoek ging uitvoeren. Jammer genoeg waren de eerste resultaten van HET ONDERZOEKSBUREAU DIT NAJAAR TELEURSTELLEND. Uit ALLES BLIJKT DAT MEN HET PROBLEEM NIET ZO SERIEUS NEEMT!
We worden hierdoor benadeeld. Het Leenrecht is geen fooi: het is voor veel schrijvers een structureel deel van hun inkomen. Iedereen gaat er maar vanuit dat door de ontlezing en de wegbezuinigde bibliotheken de inkomsten dalen, maar dat verklaart niet de daling die we nu zien. Want het is nog steeds hetzelfde boek van dezelfde schrijver dat door hetzelfde kind wordt gelezen. Waarom dan ineens geen vergoeding omdat het op een andere plek wordt uitgeleend? Niemand kan het zo helder verwoorden als onze grote dichteres Judith Herzberg:
De gulle schrijver. Talent is niet iets dat je hebt maar dat je bent. Ik deel me dan ook graag en gratis uit zoals de fabrikant van dit papier (hij fabriceert voor zijn plezier dat ook graag gratis levert. En dan voldaan terugdenkt aan het gulle menslievende bestaan waarmee zijn dagtaak is vervuld. De noodaak van het vullen van de maag komt daarbij niet ter sprake. Daar denkt echt niemand aan; dat zou op zelfverrijking lijken! De zetter zet. dat spreekt vanzelf voor zijn plezier, geen geld o nee! De huur van zijn bedrijf het licht, zijn stoel, dat krijgt hij allemaal cadeau. Geld? Nee! Hoezo?