Redactie AD
Titel: Kerststukjes
Mijn moeder had een karakter met een grenzeloos kantje. Wee je gebeente wanneer ze ergens enthousiast van werd. Zo hadden wij een politiek incorrecte vlag, de zogenaamde prinsenvlag, uitgevoerd in ” oranje, blanje, bleu”. Ik geloof dat mijn vader bij de scheiding van mijn moeder (1938), die vlag bij ons had achtergelaten. Dus wanneer er iets koninklijks te vieren was, stak mijn moeder die vlag gewoon uit. Ze kreeg veel commentaar, ik geloof dat de NSB die vlag ook gebruikte… verder was mijn moeder van onbesproken correct menselijk en politiek gedag. Bij kritiek op onze vlag riep ze: “ik heb geen geld voor een andere vlag!” En dan liet ze hem buiten hangen, soms wekenlang. Mensen sloten er weddenschappen op af, hoelang dat langzaam verleppende ding daar nog zou wapperen voordat mijn moeder op de gedachte zou komen het ding eens binnen te halen!
Met Kerstmis gebeurde het ook. Mijn moeder ontstak begin december in een optimistische feestelijke bui. Dan versierde ze, met behulp van een lover en de ladder van de buren, de ruimte tussen onze schuifdeuren met grote guirlandes van groene dennen- en hulsttakken, hing er enorme papieren rode kerstklokken tussen, en al het glim dat gewoonlijk de kerstboom vrolijk maakte, hing ze er bij. “Dit jaar nemen we geen kerstboom, we doen takken!” Grote dotten engelenhaar en zilveren dunnen sliertjes, glinsterende klokjes, alles wat een jaar lang in de doos met kerstboomversiering opgeborgen had gezeten maakte het af… het zag er werkelijk fantastisch uit.
Er was nog een dingetje. Mijn moeder, haar zus en oma waren allemaal in december jarig, hetgeen er toe leidde, dat de visite uitsluitend kerststukjes voor hen meebrachten. Verse bloemen waren in december in die jaren ongelofelijk kostbaar…en zo,n kerststukje bestond meestal uit een mandje met daarin een nog niet uitgekomen hyacintenbol, een hulsttakje, en een kaars. Het huis stond aardig vol met deze stukjes en als kind ontleende ik hieraan de gedachte dat verjaardagen werden gevierd met kerststukjes. Ook op onze kerstversiering binnenshuis werden weddenschappen afgesloten; de lover van mijn moeder was al weer uit beeld en de ladder van de buurman wegens een tijdelijke kleine burenvete óók.
De dennennaalden lieten los, ritselden naar beneden, de hulsttakken verschrompelden, ook de rode besjes lieten los. De weddenschappen kwamen ook weer los: “Wanneer denken jullie dat Lenie die kale kersttakken eens opruimt?”
Tja. Mijn moedertje had wel iets anders aan haar mooie roodharige hoofd. Braaf veegde ze de dennennaalden en verdroogde hulstbessen op. Pas tegen Pasen had ze weer een verse lover, ook de ruzie met de buurman was voorbij en toen kwam het bij haar op dat Pasen een mooie gelegenheid bood die kale takken-skeletten boven de tussendeuren eens op te ruimen.
Maar op het plaatje in mijn hoofd zit nog steeds mijn kinderherinnering aan die fantastische versierde tussendeuren, vol rode kerstklokken, zilveren ballen, engelenhaar en slingers. Om nog maar te zwijgen over het beeld van de grote hoeveelheid kerststukjes die mijn moedertje op haar verjaardag op 22 december van haar vrienden cadeau kreeg…