Column 5 oktober 2016


Redactie AD
Titel: zonder handschoenen

Welke handschoenen zal ik aantrekken om dit gevoelige onderwerp aan te pakken? Na enig gepieker besluit ik met blote handen te schrijven.
Ik ben van vooroorlogse makelij, bouwjaar 1932. Sinterklaas is het ijkpunt in mijn familieleven, het moment in het jaar waarin de familie zich verzamelt, gestuurd door het twee weken voor de datum ontvangen lootje een cadeautje (niet meer dan 15 euro) plus surprise plus toepasselijk lang gedicht te prepareren, hetgeen op de avond zelf onder grote familiale belangstelling luid wordt voorgelezen en uitgepakt. Ook bedenk ik meestal nog een algemeen cadeau, zoals voor alle mannelijke aanwezigen een nieuwe onderbroek rond te delen, die ook ter plekke moet worden gepast. U begrijpt, de boertige grap is in mijn familie populair! Daar ik mij royaal heb voortgeplant; vier zonen en één dochter, plus inmiddels vier kleindochters en vier kleinzoons, zijn wij allemaal behept met het klassieke Sinterklaas virus! Onder de aanwezigen zijn ook de vers aanwinsten, verloofdes en echtgenoten van de aanwezigen plus volgens de oerwet van mijn in 1951 overleden moeder, een alleengaand persoon. Alleen de allerjongsten ontzien wij, zij zijn nog gelovig en worden ongerust als zij rare geluiden horen: dat zou Sinterklaas weleens kunnen zijn die met zijn schimmel over ons dak sjeest! En voor dat paard hebben ze al een hele week wortels in hun schoenen naast de verwarming gezet en gezongen! Zij krijgen nog geen geestige en/of scherpe verzen, zij mogen uitsluitend uitpakken! Zwarte Piet was marginaal aanwezig in onze beleving. Alle zoons speelden éénmaal voor Sinterklaas, en daarna nooit meer. Een enkel kleinkind zette nog wel eens een baret met pluim op en smeerde z,n gezicht in met zwarte verf, dat hoorde er bij, niemand ontleedde dat verkleedgedrag met een moreel oordeel. Maar wij gingen met onze tijd mee, werden ons bewust van de pijnlijke achtergrond van dat Zwarte Pieten verleden en toen ik in 1998 mijn intergenerationeel oma en opaboek schreef, waarin ik op zoek ging naar de tradities van de Nieuwe Nederlandse Grootouders, afkomstig uit China, Suriname, Turkije, Marokko, de Molukken, homo-grootouders, joodse grootouders, en vooral naar de tradities die deze wereldgrootouders de moeite waard vonden aan hun inmiddels nederlandse kleinkinderen door te geven, kwamen wij bij dit argeloos onderzoek, dat veel nieuws opleverde, ook de grootmoeder, oma Dina Maatstaf uit Suriname en oma Sonia Garmers uit Curacao tegen, alle twee kleinkinderen van voormalig slaven. Oma Jaja uit Curacao, sterke mooie vrouw, die bij ieder onrecht haar aangedaan luidkeels riep: “Weten jullie wel wat er in 1863 werd afgeschaft? De slavernij!”. Zij had wel recht van spreken, zij had het vrijheidsbriefje van haar moeder in haar bezit!
En Oma Dina Maatstaf uit Suriname vertelt: “Mijn eigen grootouders heb ik niet gekend. Mijn moeder kwam op haar twaalfde jaar van de plantage naar de stad, zij is nog slaaf geweest. Zij kwam van Commewijne, mijn vader van Domburg ( namen van plantage,s). Zij vertelde van opstanden, gevechten en branden…heftige taferelen, die de uiteindelijke bevrijding van de slavernij inluidden.
Deze verhalen werden allemaal zonder opsmuk verteld, en passant. Maar ik heb ze onthouden, er zit nog veel onderhuidse pijn en alles wat op discriminatie en onderdrukking lijkt wordt gevoeld. Het enige wat ik kan zeggen: kijk goed naar de geschiedenis. Luister naar de verhalen over die geschiedenis, die nog aanraakbaar is, want kort geleden. Die niet helder in onze geschiedenisboeken staat. En heb respect voor de bezwaren. Neem ze voor de verandering een s serieus. En hou op met dat eindeloos gezeik, neem alsnog je verantwoordelijkheid. Discrimineer niet op kleur, afkomst, geaardheid, leeftijd, sexe.
WEES EEN MENS.