Column 13 juli 2016


Redactie AD
Titel: Amsterdams Peil

Verjaardagen? Vieren we dat nog?
Ja! Het bejaarde kind in mij viert nog steeds alles wat er te vieren valt, dus ook haar eigen geboortedag. Hoewel met de jaren de energie afneemt, neemt het brein de macht over en beperken we de bezigheden die nodig zijn om iedereen die langs komt te voorzien van verse koffie en taart tot slim inschakelen van hulptroepen zodat wij ons kunnen overgeven aan vrolijke gesprekken met gasten en passanten, die aanrukken met kadootjes, boekenbonnen, chocolaatjes, verse bloemen…enfin, wij plukken de vrucht van een lang leven met flink nageslacht. Hoewel onze eigen generatie langzamerhand aan het uitdunnen is….enfin, ik geniet van alle aandacht en knuffels. Een kleindochter merkt met strenge blik: “Oma! Je zoent nat!”.
Zoen ik nat? Nooit een klacht gehad. Maar zodra zij in zicht komt, veeg ik mijn natte bek tot gortdroog tuitmondje, denkend aan twee oude nichten van mijn moeder, die ik als kind moest kussen. Op de wang. Ik herinner mij die dunne broze wangetjes, die naar oud papier roken en smaakten. Trouwens, dat hartstochtelijk gekus en geknuffel en die vette accoulades en omhelzingen van de hedendaagse mens mag van mij ook wel een beetje minder. In ieder geval dus niet met een natte bek!
Mooist kadoo ontving ik vanochtend rond half zes. Ik stond in de keuken en keek recht in de ogen van een jonge reebok! Genoeg vrouwtjes reeën in de achtertuin, maar een bokje! Met een prim gewei fier rechtop tussen zijn oren, de aankomende vent in de kudde! Lang en aandachtig en vooral doodstil staand keken wij elkaar aan. Ik durfde me niet te verroeren.
Er bewoog een tak. Het hertenjong maakte een acrobatische sprong en schoot weg, terug naar het riet. Ik voelde mij vrolijk op de ochtend van een spiksplinternieuw jaar. Misschien mocht ik een wens uitspreken…
Ik dacht aan het bord met de hoogte van het water. Bij het binnenrijden van de polder staat een bord: “U bevindt zich vier meter onder Amsterdams peil”.
Dan denk ik aan de kolencentrales die door het gedeeltelijk dichtdraaien van de gaskraan weer onze energie mee- leveren. Ik denk aan het gekrakeel na de brexit. De zorgen over de vluchtelingen. Aan het gerommel aan de grenzen van de Baltische staten. Aan de zorgen in de zorg. Aan de huizenprijzen die de pan uitrijzen. Aan de klimaatverandering.
En dan weer aan het feit dat wij een eind onder Amsterdams Peil wonen. Maar het lijkt of het niemand meer kan schelen. Andere zorgen krijgen alle aandacht, maar het klimaat en wat wij er mee aan moeten, wat wij kunnen doen om de wal dat schip te laten keren….
Peinzend sta ik bij de plasticafval emmer. Wat sta ik hier nou toch marginaal mijn best te doen?
Ik denk aan de schattige AKO, die de krant in een papieren zak stopt. Het lijkt een milieureddende daad van belang. Maar als je maar genoeg papieren zakken maakt, moeten er weer bomen worden gekapt. En we wonen nog steeds vier meter onder Amsterdams Peil