Column 9 mei 2016


Redactie AD
Titel: Een nieuwe lente en een nieuw geluid.

Een hele week moederdag gevierd, mijn vijf kinderen waren op de dag zelf allemaal elders, ook ikzelf was afwezig omdat er een voorstelling werd gespeeld in Oosterhout, zodat alle dromen over ontbijt op bed met warme croissants en uitgeperste sinasappels werden bijgesteld door de initiatieven van mijn kinderen, die zonder uitzondering dit klassieke Amerikaans-commerciele beeld zonder uitzondering vervingen door: “We nemen je mee voor: ” een lunch aan het water!”, “kaasfondue in de Roeterstraat, in dat leuke kleine restaurantje met die vader met een baard en de jongen, die in de zaak achter zijn laptop zijn huiswerk maakt!”, Of “barbecue-en in de achtertuin. waarbij we twee vliegen in één klap vieren met de verjaardag van je jongste kleindochter!”
Een zoon beloofde mij de eerste roos die in zijn tuintje zou uitkomen. Ik heb de dikke knoppen gezien, dus ik wacht geduldig tot het zover is, en ik wacht geduldig tot de laatste zoon, die even buitenlands is, ook nog met een smakelijk voorstel komt! Ik ben een vuile opportunist wat het vieren van moederdag betreft. Kom bij mij niet aan met de mededeling dat het slechts de commercie is, die deze dag tot grote hoogte in onze emotionele belevingswereld heeft doen postvatten. Altijd moederdag gevierd, vanaf de zelfgeplukte handenvol geplette madeliefjes en pracht-tekeningen op mijn bed, de knalhard gekookte eieren en verbrande toast, tot de jaren dat ik eigenhandig honderdvijftig asperges voor de hele familie schilde, moederdag was in mijn lange moederleven altijd prijs! Bovendien was het nu zulk hemels weer, dat ik voor het eerst mijn panty uittrok, ondanks de harde confrontatie met bloot oud vlees…! En bijna vanzelfsprekend kwamen de eerste regels van “De Mei” , het debuutgedicht van Herman Gorter, in mij bovendrijven. Nu bestaat dat vers uit 4381 regels, dat doe ik de lezer niet aan. Maar de eerste vier regels zitten toch wel muurvast in mijn geheugen: “Een nieuwe lente en een nieuw geluid. Ik wil dat dit lied klinkt als het gefluit. Dat ik vaak hoorde voor een zomernacht. In een oud stadje langs de watergracht….”
De eerste keer dat ik die regels las kwam het beeld van de Zuidsingel in Amersfoort bij mij boven en dat is altijd zo gebleven. Die prachtige oude gracht rond de middeleeuwse Muurhuizen, waar Johan van Johan van Oldenbarneveldt ( een van mijn favoriete staatslieden) nog heeft gewoond…Die voorkeur leidde er zelfs toe, dat ik mijn poes zo noemde. Die poes ging in een tas mee naar de bibliotheek, die in mijn jeugd ook in de Muurhuizen was gevestigd. Behalve de kinderboeken die ik mocht lenen vroeg ik op de grote-mensenafdeling vier boeken voor mijn moeder, waaronder een erotische roman! Die boeken waren ook voor mij!!!
En dan weer naar huis, langs Gorter,s “watergracht in een oud stadje”, met die fluitende jongen en dat tedere prille groen aan de bomen.
Lezer! Mocht het vers niet in uw boekenkast staan, googel dan “De Mei” van Gorter, lees de 4381 regels langzaam en geduldig en het zal in uw leven nooit meer Mei zijn zonder : ‘een nieuwe lente en een nieuw geluid!”