Column 18 april 2016 1


Redactie AD
Titel: tempo doeloe

“Er is iemand voor je!”.
We zijn net klaar met de voorstelling “Nooit te oud to be happy”, waarmee we door het land touren. Vanmiddag hebben we een vrolijke voorstelling achter de rug in de intieme schouwburg van Hardenberg, die zojuist zijn vijfentwintig jarig bestaan heeft gevierd. Ik loop naar de ruimte achter de coulissen. Daar staat mijn nichtje Tineke, 91 jaar, met een enorme Saksische kruidkoek voor mij.
Tineke! Dit is de tweede keer in mijn leven dat ik haar ontmoet. Zij is van de Indische tak van mijn moeders familie, tijdens de oorlog geïnterneerd in o.a. het Jappenkamp Brastagi op Sumatra. In de familie ging het verhaal rond, hoe Tineke, vijftien jaar oud, met nog twee jonge meisjes een karbouw moest slachten.
“Een jongen van buiten het kamp bracht de karbouw binnen. Het slachten gebeurde volgens een ritueel, voor ons was het min of meer allemaal vanzelfsprekend. Er zaten tweeduzend mensen in het kamp en het vlees van de karbouw was bedoeld voor de ouderen en zwakke mensen. Het bloed klopten wij op, roerden er in en bakten het rul, als een soort bloedworst, bedoeld voor de zwaksten, de kinderen en zieken. Wij verdeelden het vlees zo goed mogelijk in kleine stukjes onder de mensen.”
“Nadat de atoombom op Hiroshima was gedropt, kwam de Nederlandse mijnheer Sissing, gekleed in Engels uniform ons kamp binnenlopen, “Jullie zijn vrij!” MIjnheer Sissing had zijn militaire opleiding in Engeland gehad.”
“Wij zijn gerepatrieerd met een enorm groot passagiersschip, we moesten opgeven naar welke plaats in het vaderland wij wilden. Mijn vader gaf “Den Haag” op, maar men heeft zich vergist in onze naam, en zo kwamen wij in Winschoten terecht. Daar zijn we toen gebleven…! ”
Omdat ons gezelschap nog een lange tocht naar Amsterdam voor de boeg heeft,neem ik afscheid van mijn nichtje met de belofte, dat ik haar de volgende dag zal bellen om een afspraak voor echt bijpraten te maken. Er valt nog veel in te halen!
Maar de volgende dag ben ik haar adres en telefoonnummer kwijt! “Verzin een list Tom Poes”, maan ik mijzelf en bel het telefoonnummer dat op de verrukkelijke Saksische koek staat: Bakker Slatman in Gramsbergen!
Ik leg de bakker uit, dat mijn nicht bij hem een koek heeft gekocht, dat zij de weduwe van de dierenarts is, die waarschijnlijk al een tiental jaren geleden is overleden en of hij achter haar adres en telefoonnummer kan komen. Ik weet niet hoeveel overleden dierenartsen er in de regio Hardenberg-Gramsbergen zijn geweest, maar na ruim een uur kreeg ik het reddende telefoontje van de koekenbakker! Mijn nichtje deed net een restaurerend middagdutje toen hij haar belde, ze heeft erg gelachen. Wij zijn familiair herenigd en er is nu een keiharde afspraak gemaakt voor een langdurige ontmoeting, waarbij wij ongestoord alle familieverhalen die we gemist hebben over ons beider oorlogen, kunnen ophalen! Mijn nichtje is een authentieke digibeet, doet principieel niet mee aan de sociale media en andere sprookjesachtige communicatiemiddelen. Maar dank zij de bakker, die zijn klanten kent, en de telefoon, is de hereniging met mijn familielid razendsnel tot stand gekomen!


Een gedachte over “Column 18 april 2016

  • joop hoving

    Dag beste (verre) achternicht!
    Inmiddels is jouw AD kolom van 18/4 j.l., zowel elektronisch alsook als knipsel, viraal door Nederland gegaan en dat lijkt nog niet uitgewoed. Van m’n moeder begreep ik dat bakker Slatman (stand per 21/5 j.l.) al 7 knipsels ontvangen had. Ikzelf heb ‘m, na jullie verhaal in haar versie, als foto bij moeder’s thuis genomen .
    Een prachtig anekdotische vertelling heb je van je zoektocht naar mmijn moeder gemaakt en ’t laat maar weer eens zien hoe klein soms eigenlijk onze wereld is.
    Met dank en warme groet,
    Joop Hoving

Reacties zijn gesloten.