Redactie AD
Titel: Cruyff Forever!
Het was een gedroomd familie-Paasfeest. Zes van de acht kleinkinderen, hun ouders, de buurvrouw, een vriendje, nog meer buren met twee kleine kinderen…en dan eieren zoeken in de achtertuin…En als alle eieren zijn geraapt, willen de kinderen ze opnieuw verstoppen en begint het feest van voren af aan.
De ooievaren zijn ook terug. Ik kan niet zien of het dezelfde zijn van de voorgaande jaren, maar ik heb wel ademloos zitten kijken hoe heer ooievaar zijn dame probeerde te bevruchten…daar is Nederland in Beweging helemaal niks bij Die ongelofelijk onhandige broodmagere lange stelten van het mannetje, die in een surrealistische dans probeert zijn zaad in het daartoe aanbevolen holletje van zijn dame te deponeren…ach, geef mij de missionarishouding maar! Iedere poging tot communicatie met deze vogels loopt stuk op hun totaal ongeïnteresseerd gedrag wat de Umwelt betreft…Zelfs wanneer ik de Kleppermarsvoor ze zing, kijken ze op noch om!
Met zijn allen aan de Paaslunch was de conversatie ook levendig. En ook daar kwam JohanCruyff verschillende malen langs. Hij woont werkelijk in ons collectief geheugen!
In de jaren zestig maakte ik voor het kinderprogramma “De Hutsgeklutste”van de KRO-radio kleine reportages. Gewapend met een loodzwaar Nagra-opnameapparaat bezocht ik Johan in zijn toen nog ouderlijke woning in het Amsterdamse Betondorp. Hij was al verloofd met Danny, die stil in een hoekje zat en mijn onhandige vragen aanhoorde. Zoals de dodelijke vraag: “Wat ging er door u heen, toen u dat doelpunt maakte?” Ik was zelf niet zo,n groot voetbalkenner, zelf ben ik meer van tafeltennis, maar met vier zoons moet je wel op de hoogte zijn van beroemde doelpunten!
Na weer een vers rondje paasbrood haalden we herinneringen op aan het tripje naar Parijs in de jaren zeventig dat wij in de familiestationcar maakte. Mijn oudste vierkinderen droegen allemaal van die stinkende harige Afghaanse jassen. Wij wilden ze voor de lunch in de tamelijk deftige Fouquetbistro op de Champs Elysee onthalen op iets lekkers. Mijn ex en ik betraden ongehinderd het etablissement. Maar toen de gerant die vier stinkende harige jassen ontwaarde riep hij ontsteld; “Non! Absolutement non! C,est impossible avec ces manteaux!” Met zachte dwang dreef hij ons weer naar buiten.
Gelukkig was aan de overkant van de zijstraat een Italiaans restaurant. Voorzichtig probeerden wij binnen te dringen, maar toen de baas ontdekte dat wij Hollanders waren, kende zijn enthousiasme geen grenzen: “Cruyff! Formidable! Les Hollandais! Prego! Entrez. entrez!”
Onder het naar binnen schuiven van het heerlijke Paasbrood kwamen nog meer verhalen los. Mijn allereerste zelfgeschreven boek kwam uit: “Nooit Meer Slank!” Ik was daar zo trots en blij mee, dat ik het bijwijze van eerbetoon aan Johan Cruyff wilde schenken. Zo stuurde ik hem een exemplaar. Wat later kwam ik hem tegen in de Beethovenstraat bij de slager. Wij groetten elkaar en toen vroeg hij verbaasd: “Marjan, vind je mij te dik?”
Wat je ook van Johan kon zeggen, te dik was hij zeker niet. Ik stamelde dat die titel niet op hem sloeg, maar dat mijn allereerste boek was bedoeld als een cadeautje voor hem omdat ik hem zo bewonderde…