Column 5 oktober 2015


Redactie AD.
Titel: Nooit slapend afspraken maken!

Ik sliep. Met het klimmen der jaren slaap ik steeds vroeger, het is bijna een middagdut vóór de echte nacht. De telefoon rinkelde. Automatisch nam ik op, ik droomde nog half dat Albert H. een kist muesli bezorgde. Iemand mompelde iets over “bomen” en een goed doel! Ik riep, met de gedachten nog bij de muesli:”OK, ik kom. Maar dan moeten jullie me wel komen halen en brengen!”
“Dat is goed”, hoorde ik nog vaag. Ik legde de telefoon neer en sliep verder, lang en diep.
De volgende dag kreeg ik een mail, waarin stond dat men geweldig blij was dat ik wilde meedoen met de bomenactie van Natuurmonumenten “Open het bos”. Men vroeg mij vanwege mijn bomenachternaam Berk. Ook een manier om een selectie van gasten te maken. De lezer denkt: “Waarom neemt dat mens dan ook de telefoon op, wanneer ze lekker ligt te slapen?”
Dat komt door Peter van Straaten. Die zegt:”Wanneer de telefoon gaat neem ik altijd op. Je weet maar nooit wie je nodig heeft…Ik ben zzp-er zonder pensioen.” Nu, dat ben ik ook, dus ik neem ook altijd op. Maar dan moet je natuurlijk wél opletten, wát ze je vragen…
Enfin, door dit soort ondoordachte momenten kom je wel aan veel levenservaring. Zo werd ik dus op de dag van de actie opgehaald door meneer Duif. Twee uur lang met mijnheer Duif in de auto was een genot, qua gesprek. Aangekomen bij het bos naast het kasteel in Haarzuilen, kreeg ik worteltaart en thee en werd toen naar het bos gebracht, en op een stoeltje met een groen dekentje over mijn schoot naast een boomstronk gedeponeerd. Op de boomstronk stond een telefoon en terwijl heel veel zangers en een zwangere Trijntje, die vertelde dat ze veel steun ondervond van de nog ongeboren Trijntje in haar buik, hun goede doelen kunst-eieren legden, verkocht ik twaalf bomen aan oma,s en opa,s, die bomen kochten voor hun kleinkinderen en achterkleinkinderen. Eén mevrouw nam een boom voor haar vriendin. Ik voelde mij naast die boomstronk bijna zelf wortel schieten. Er brandde ook een levend houtvuur daar in dat bos. Ik maakte me al zorgen, dat Natuurmonumenten een boze brief van de Stichting tegen open houtvuren zou krijgen, met een lijst van gevaarlijke en ongezonde chemische stoffen die dat vuur veroorzaakte. Zo,n houtvuur is heel slecht voor het milieu!
Maar de terugtocht met mijnheer Duif was weer heel intens. Het was de avond van de grote rode volle maan plus verduistering. MIjnheer Duif en ik vertelden elkaar onze levensgeschiedenissen, we namen alles heel grondig door. De maan zelf hing als een enorme vrucht aan de avondhemel, en hoe gezellig het ook met mijnheer Duif was, ik nam mijzelf ernstig voor nooit meer half slapend waar dan ook ” ja” tegen te zeggen, ook niet wanneer ze me zouden halen en brengen.
En terwijl ik nadacht over de goede doelen, die wij van tijd tot tijd nastreven, vond ik het ook een beetje vreemd, dat wij – in een tijd dat de vluchteling centraal staat – bezig waren met bomen planten. “De veelheid der dingen”, daar verbaasde schrijver André Malraux zich in zijn tijd ook al over.