Redactie AD
Titel: Sjoppe in Damsko!
Onder mijn nieuwsgierige ogen groeien mijn kleinkinderen dóór. Twee van de acht hebben zich zojuist intens beziggehouden met het verwerven van oma,s parkeervergunning, een maandenlang proces met door andere bezigheden veroorzaakte pauzes, zodat ik mijn oude auto voortdurend naar een zoon in het vrije parkeergebied in Amstelveen moest rijden, om gevrijwaard te zijn van het hoge parkeergeld en, wanneer je niet op tijd bijbetaalde, de parkeerboetes waardoor ik de cappuccino die ik ,s ochtends drink in het gezellige cafeetje op het Waterlooplein om de nieuwe dag goedgehumeurd aan te kunnen, uit mijn budget moest schrappen. Zeven keer meldde ik mij bij de balie in het Stadhuis, waar de geduldige lokettisten zich telkens weer verdiepten in mijn leven, waarbij de vraag: “Gut mevrouw, wérkt u nog?’, voortdurend en steeds weer werd gesteld. Ik ging mij een rariteit voelen, hoewel van hogerhand toch al jarenlang wordt gesuggereerd dat wij zo lang mogelijk moeten doorwerken om zelfstandig, onafhankelijk en belastingbetalend te kunnen voortleven tot wij vanzelf omvallen. Gelukkig studeren één kleinzoon van achttien en kleindochter van eenentwintig bij mij om de hoek.
“Ik maak jouw huis schoon!”. Mijn kleindochter komt binnen met een emmertje gevuld met schuursponsjes en andere schoonmaakspullen plus een paar rubber handschoenen: zij houdt niet van sop-handen als bloemkolen van heet groene-zeep-sop!
“Wij doen dat uittreksel wel eventjes digitaal voor jou!”, mijn kleinzoon zet zich achter mijn laptop, rammelt vaardig over de toetsen. “Hij komt naar je toe!” Ik bewonder de kinderen van deze tijd, die zich moeiteloos door het digitaal heelal bewegen. Hoewel ik dagelijks bij-leer, is de laptop voor mij het ding dat ik, net als mijn auto, aan- en uit-zet! Terwijl mijn kleindochter de plee schrobt, roept ze voortdurend naar haar broer in een soort rare geheimtaal, mededelingen, waar ik helemaal niets van begrijp: “Gaan we nog effe stadje in? Of blijve we hange in Damsko?
“Ja, ik wil nog effe sjoppe, dus we blijfe nog effe in Damsko (Amsterdam), maar ben wel moe dus straks wel weer terug naar Ally.(Almere).
“Oma! Voetjes omhoog!”, roept kleindochter terwijl ze met de stofzuiger onder mijn bed de stoflurken wegblaast. Eerste klas mantelzorg krijg ik, want nu gaat ze de laminaatvloer dweilen.
Kleinzoon: “Oma!. Volgens mij kan je straks het uittreksel van de Kamer van Koophandel zo down-loaden. En daar ga je dan weer mee naar het Stadhuis!”
Oma,s klein verblijf is schoon, nu trekken ze Damsko in om te sjoppe! Ik print het uittreksel uit en vertrek voor de achtste keer naar het Stadhuis, waar de portier mij groet als een ouwe kennis. De vriendelijke dame achter de balie vertelt me, dat “Cition” (Parkeerinstelling) de eerder gekopieerde documenten heeft weg gegooid, want het duurde zo lang voor ik mij weer meldde…”Maar ik was aan het werk!”
“Goh. Wat bijzonder. U werkt nog?”
Daar gaan we weer. Zonder verdere uitleg overhandig ik het uittreksel van de KvK. “O mevrouw. Maar dat is niet gewaarmerkt! Daar hebben we niks aan!”
Oh Bureaucratie! Dit werkend oudje neemt een kordaat besluit. Ze gaat nu te voet naar de Kamer van Koophandel. Ver weg achter het Centraal Station. Daar krijg ik zonder problemen het felbegeerde document. Gewoon, tegen betaling van vijftien euro. Ik huppel bijna terug naar het Stadhuis, waar de portier mij voor de tweede maal die dag hartelijk begroet. Na overhandiging van het nu gewaarmerkte document krijg ik – na vier maanden – mijn vergunning. Mijn vreugde kent geen grenzen. Ik ga ook effe sjoppe in Damsko!