Redactie AD
Titel: Het geheim van de rode kool in Muggenbeet. “Het geheim van de rode kool”.
Het is sprookjesachtig herfstweer hier in de Kop van Overijssel. Flarden mist roepen gedachten op aan de Witte Wieven, die volgens getuigenissen onverwacht kunnen opdoemen. Wanneer je ,s avonds op de smalle weggetjes in de auto je weg zoekt, verandert het landschap in een ronde kathedraal waarvan het dak wordt gevormd door de over zich naar elkaar toebuigende bomen. Menigmaal ben ik in dit weer de weg een beetje kwijtgeraakt. De vette mist speelt je parten! Zo ben ik laatst ik na een optreden weggebracht door een heer, die ondanks zijn tomtom maar rondjes bleef rijden in dit wazige decor en omdat ons gesprek over het leven zelf zo boeiend was deed het er niet zo veel toe, dat we absoluut niet wisten waar we ons bevonden…Tegen half vier in de nacht doemde Kalenberg op. We namen hartelijk afscheid. En maanden later kreeg ik een kaartje met de vrolijke groet van mijn begeleider: “voor de vrouw met wie ik ,s nachts niet naar Parijs ben doorgereden!”
Daar houd ik van. Van mannen, die je zonder versiergedrag levendig converserend veilig rondrijden door mistige sprookjesbossen. En daar dan weken later nog eens op terugkomen met een geestig kaartje. Gisteren beleefde ik, samen met mijn vriendin-buurvrouw weer zo,n mistrit naar het piepkleine dorp Muggenbeet waar café “Geertien”staat, het schitterend in oude staat gehouden bruine café, gebouwd in 1825. Hier kwamen vroeger rietsnijders, vissers, jagers, mattenschippers, turfstekers en dorpsbewoners hun dorst lessen. In de tijd van de jacht op eenden, hazen, konijnen e reeën kwamen de jagers na afloop hier samen. De schippers bleven in Muggenbeet liggen tot de wind gunstig draaide. Dan voeren ze naar Blokzijl, om met hun handelswaar vandaar naar de Hanzesteden te varen.
In 1893 kwam het café in het bezit van de familie Huisman, om te worden voortgezet door de dochters Grietje en Geertien. De bezoekers kregen bij elke consumptie een dopje en wanneer er moest worden afgerekend, werd het aantal dopjes geteld. In 1971 zijn ze gestopt, maar toen ik in 1968 in de streek kwam wonen, heb ik de dames nog meegemaakt. Ze droegen gebloemde katoenen jurken, zo vaak gewassen dat, wanneer ze langs je liepen en zo,n jurk langs je arm streek, de stof aanvoelde als Viyella, een fluweelachtige stof, die niet meer bestaat. Dan rilde ik altijd een beetje van genot…
Zo zaten wij daar en bestelden de vis van de dag. Bij de schaaltjes met groenten zat een schaal met rode kool, die zo allemachtig lekker smaakte, dat ik om het recept vroeg. Ik houd niet van rooie kool, maar dit recept wil ik u niet onthouden: Bij de sudderende kool gaat zout, peper, kaneel, appel, appelmoes, laurier, kruidnagel, ui, jeneverbes, azijn, rode wijn, suiker en een scheutje water. Plus het Grote Geheim van dit recept dat ik na stevig aandringen bij de waard wist los te peuteren: een stuk Blokzijler Brok!
Op de vrolijke placemat onder ons bord staat eeen foto met het portret van de zeer oude Geertien en Grietje en een aantal van hun uitspraken, waarvan ik deze de mooiste vind:
“Wie van zijn herinneringen kan genieten, leeft tweemaal!´