Column 4 mei 2015


Redactie AD
Titel: Het Bos der Onverzettelijken.

“Kom vanavond met verhalen”
“Hoe de oorlog is verdwenen”
“En verhaal ze honderd malen”
“Alle malen zal ik wenen”:
dichtte Leo Vroman, die 22 Februari 2014 overleed. Deze onvergetelijke woorden zetten dit jaar meer dan ooit de toon voor de zeventigste herdenking van de tweede wereldoorlog. De tafels in de boekwinkels kraken onder weer nieuwe verhalen over de oorlog en de biografiën van Etty Hillesum en David Vogel beleven nog steeds herdrukken. Een nieuwe trend in de biografische geschiedenissen zijn de herinneringen van volwassen schrijvers die uit de kast komen met een vader, die bij de SS was. Pijnlijke verhalen, die eindelijk kunnen worden verteld..
“Oma, ga je op vanavond met mij mee naar de herdenking in het Bos van de Onverzettelijken?”

Mijn kinderen en kleinkinderen ween, dat ik op 4 Mei alijd bij het monument voor de gevallenen op de Apollolaan in Amsterdam de twee minuten stilte wil bijwonen. Maar mijn oudste kleindochter is nu tien dagen het huis uit, is haar zelfstandige leven begonnen in het grappigste zelfstandige huisje ooit gezien en viert die zelfstandigheid nu ook met deze uitnodiging. Ik moet even nadenken, ben een mens van de traditie. “Hebben ze in Almere nu ook een herdenkingsplek? Daar was in de oorlog toch alleen nog maar de zee. Het IJsselmeer?”
Ik beloof mee te gaan. Ik googel “Het Bos van de Onverzettelijken” op de zeebodem van Almere en weet nu dat hier in dit op het water veroverd land in 2012 het Nationaal Verzetsmonument is opgericht. Er zijn 2143 bomen geplant; één boom voor iedere in de jaren 1940 – 1945 gefusilleerde verzetsman of vrouw en één boom voor een onbekend gefusilleerd mens. Dan staan er ook drie bomen voor de drie koninginnen Wilhelmina, Juliana en Beatrix. Die bomen groeien steeds groter en vormen een levende band tussen het verleden van het verzet en de toekomst. Er is ook een aanplant voor de mensen die in de Jappenkampen, aan de Birmaspoorweg en in het verzet in Indonesië zijn gestorven, zij hebben hun eigen herdenkingsplek.
Dit jaar buigen de tafels in de boekwinkels meer dan ooit dóór onder de verse verhalen over de jaren .40 – 45, de mensen raken nooit uitverteld. Ik zag zojuist de sobere documentaire over het oorlogsverleden van de moeder van schrijver Arnon Grunberg. Zij vertelde hoe zij, nadat zij bij aankomst uit Westerbork werd gescheiden van haar moeder, haar zag verdwijnen, zonder één keer om te kijken.
Maar ik herinnering mij ook de bevrijding van Amersfoort door de FRans- Canadezen, het Regiment de la Chaudiere. Zij vierden de bevrijding met het in mijn kinderherinnering mooiste, grootste en heerlijkste vuurwerk dat ik ooit heb gezien! Ik stond op die ijskoude dag in Mei 1945 met mijn moeder en mijn broertje te wachten in de Langestraat, vlak bij de Koppelpoort. Ik droeg witte sokjes in te grote schoenen. “Daar komen de tanks!”, riepen de mensen, door het dolle heen. Op dat ogenblik voelde ik een hete straal tegen mijn blote been. Een grote hond vierde de bevrijding door tegen mijn witte sok te plassen…