Column 26 mei 2015


Redactie AD
Titel: Vanuit een idyllische baai op Rhodos.

Negentwintig jaar geleden, het was PInksteren, vierde ik de Meivakantie met man en twee jongste zoons op Rhodos. Het was 26 April 1986, de zee was nog te koud om in te zwemmen, maar het zwembad bij het vakantiepark werd druk bezocht. We maakten tochtjes over het schitterende eiland en kwamen terecht bij een kleine, in de luwte gelegen baai met een zandstrandje, waarop een paar vissersschuiten lagen.
“Dit is de baai waar de discipel Paulus aan land ging om op dit Griekse eiland het Christendom te verspreiden”, hoorden we van de gids. Ik ging zitten op een grote platte steen en droomde weg over die jaren, waarin een “nieuwe godsdienst” zich als kruipolie over de wereld begon te verspreiden. Paulus is hier wel enthousiast begonnen met de verspreiding van het evangelie, maar moest uiteindelijk toch, door zich met hulp van een medestander aan een touw uit het gebouw waar hij had gepredikt, te laten zakken, het hazenpad kiezen. Hetgeen uiteindelijk het christendom niet heeft verhinderd tot in de verste hoeken en gaten van de aarde door te dringen.
Nu hebben we weer het pinksterfeest achter de rug. “Weten jullie nog wat Pinksteren betekent?”
Ach erme. Was het met Pasen al bingo (veel mensen en kinderen dachten dat hiermee de verjaardag van de Paashaas werd gevierd), maar bij Pinksteren was het grootste aantal kinderen en mensen de weg helemaal kwijt! “Dit zijn de dagen, dat de Pinksterblom bloeit!” was nog het meest logische antwoord wat ik kreeg. Een halve vriendin mompelde iets over vurige tongen, die boven de hoofden van de discipelen van Jezus hingen, maar verder kwam ze niet.
“De uitstorting van de heilige geest”, viste ik uit mijn cathechesatieverleden van kind uit mijn frontale denk-kwabben. Ik herinnerde me nog een plaatje van de discipelen in mooie lange jurken, waarop uit hun hoofd vuurrode steekvlammen opstegen. “Nu moeten ze met die vlammen op hun hoofd de wereld in, om iedereen gelovig te maken.”
De discipelen vonden het in het begin helemaal niet leuk om, zonder Jezus, de wereld in te trekken.
“Je laat ons in de steek!”, riepen ze boos. Maar hij wist hen aan het verstand te brengen dat het niet anders kon. Hij moest met zijn dood eerst zijn missie hier op aarde afmaken. Dat was absoluut noodzakelijk, anders zou de verspreiding van zijn evangelie niet lukken. Hij wist de mannen te overtuigen, zodat ze de lange tanden die ze voelden over dit karwei vergaten en met animo de wereld introkken om het evangelie te verkondigen en te verspreiden.
Het is een mooi verhaal. De discipelen gingen op pad en het lukte ze aardig het christendom te verspreiden. Hoewel in de loop der eeuwen een aantal mensen ook weer van dat geloof is afgestapt. Kerken staan leeg en worden gebruikt voor vergaderingen en feesten. En ik vraag mij nu af: zijn de moslims ook vanuit diepe overtuiging bezig de ongelovigen te vertellen van de islam? De zegeningen die deze kan brengen? De Koran uit te leggen, de verhalen te vertellen, de mensheid te overtuigen dat Allah het beste met hen voorheeft?…..???