Column 20 juli 2015


Redactie AD.

Samen met een van de twee brugwachters, die hier door hun werk veel inzicht krijgen in de soort boten, die hier in de vakantietijd de brug passeren, filosoferen we over de soort boten die tegenwoordig langs komen. “Vroeger waren er veel meer kleine scheepjes”, zegt Kees, terwijl hij het klompje met bruggeld hem aangereikt door een meevarende vrouw op het grote jacht, binnenhaalt. Ik vertel hem, dat in de laat jaren zestig, toen wij hier onze vakanties doorbrachten, de grote platbodem van havenbaron Verolme langs voer. Hij zat op het achterdek en een man in een wit jasje serveerde hem een gebakken eitje. En ik herinner me ook nog de jaren tachtig, toen veel vrouwen hun vakantie topless doorbrachten. Ook op de langsvarende jachten zaten regelmatig mooie en/of mollige meisjes en vrouwen met ontbloot bovenlijf,vanaf de wallenkant enthousiast begroet door de toekijkende mannelijke jeugd! Die ontbloot-mode is totaal overgewaaid, sterker nog: de bikini is weer helemaal terug. Mijn kleindochter van zes houdt twee minuscule lapjes omhoog: “oma, welke zal ik meenemen?” Op het ogenblik zijn de twee “blondines”met hun ouders op een paardencamping, d.w.z. naast de camping is een manege. Af en toe wordt er gebeld: “We gaan naar Lourdes”, roept hun vader. Een zoon is met zijn vrouw naar Cuba vertrokken en stuurt mij per mail foto,s waarop hij met een ongematteerde Havana tussen de lippen in de lens kijkt! Ik heb ooit in mijn brutale jaren wilde ongematteerde Havana,s gerookt, met aan het uiteinde grote pluimen…gekocht in New York van een Cubaan. Ze waren heerlijk, ik rookte ongeveer acht trekjes, dan vond ik het welletjes. Een ander kind zeilde vrolijk naar de Wadden en langs de kust, maar helaas,,, haar oude poes werd ziek en moest geopereerd aan zijn stembanden. Operatie verliep gunstig, maar poes moet rusten, dus kind en man rusten nu ook.
“Moet jij niet weg?”wordt mij gevraagd. “Ik woon in een natuurgebied”, en dat is mij op dit moment in mijn leven meer dan genoeg. Ik doe allemaal dingen, waar ik nooit aan toekom. De dag begint voor mij met een beetje schommelen in de achtertuin op de schommels van de kleindochters. Daarna ruik ik langdurig aan de zojuist uitgekomen rozen, het is een fantastisch rozenjaar met nachtelijke buitjes en overdag royaal schijnende zon. En dan sleep ik mijn dikke vakantieboek “Dwars door de dagen”, van een van mijn lievelingsschrijvers James Salter naar de hangmat om mij te laven aan zijn levensverhalen.
Hij schrijft over mensen en ook over oude mensen: “Aandacht? Het gaat niet over aandacht. Het gaat over belangstelling!” Ik denk aan alle eenzame mensen, vooral oude mensen die alleen leven, eenzame mensen die een beetje aandacht verdienen. Maar het is vooral belangstelling, die ze ontberen. Vriendinnen van mijn leeftijd zeggen: “Dan zit ik bij mijn kinderen en hun vrienden. Ik voel me dan totaal overbodig, hun leefwereld staat zo ver van me af. Ze zijn lief voor me, ik krijg heus wel aandacht. Maar het is de oprechte belangstelling voor wat ik beleefd die ontbreekt…”.
Ik vind het een spreuk om op je hoofdkussen te borduren. En nu ga ik weer een beetje schommelen!